Filterzak inbouwen
1. Zuigkop ontgrendelen en verwijderen.
2. Verwijder de hoofdfiltermand.
3. Bevestig vliesfilterzak of papieren filterzak (bijzon-
dere toebehoren).
4. Plaats de hoofdfiltermand.
5. Zuigkop plaatsen en vergrendelen.
Bediening
Apparaat inschakelen
1. Netstekker aansluiten.
2. Apparaat met de hoofdschakelaar inschakelen.
Pas de zuigkracht aan
1. Regel de zuigkracht op de zuigkrachtregelaar
(traploos).
Reiniging
1. Zet de schakelaar van het vloermondstuk op een
hard oppervlak of tapijt.
2. Reiniging uitvoeren.
Apparaat uitschakelen
1. Apparaat aan de hoofdschakelaar uitschakelen.
2. Netstekker loskoppelen.
Na elk gebruik
1. Reservoir legen.
2. Apparaat van binnen en van buiten reinigen door af-
zuigen en afvegen met een vochtige doek.
Vervoer
VOORZICHTIG
Niet in acht nemen van het gewicht
Gevaar voor letsel en beschadiging
Houd bij het vervoer rekening met het gewicht van het
apparaat.
1. Apparaat bij het transport in voertuigen conform de
richtlijnen tegen wegglijden en omvallen beveiligen.
Opslag
VOORZICHTIG
Niet in acht nemen van het gewicht
Gevaar voor letsel en beschadiging
Houd bij de opslag rekening met het gewicht van het ap-
paraat.
Het apparaat mat alleen in binnenruimtes worden opge-
slagen.
Verzorging en onderhoud
GEVAAR
Gevaar voor elektrische schokken
Letsel door aanraken van stroomvoerende onderdelen
Schakel het apparaat uit.
Trek de netstekker eruit.
Reinig de hoofdfiltermand
LET OP
Gevaar door natte hoofdfiltermand
Gevaar voor beschadiging van het apparaat
Zet de hoofdfiltermand nooit nat.
1. Reinig indien nodig de hoofdfiltermand (wasbaar)
onder stromend water.
Afvoerluchtfilter vervangen
Afvoerluchtfilter: 1X per jaar vervangen
1. Afdekking ontgrendelen en verwijderen.
2. Filterbehuizing verwijderen.
3. Afvoerluchtfilter uit de filterbehuizing verwijderen.
4. Nieuw afzuigfilter in filterbehuizing plaatsen.
5. Filterbehuizing plaatsen.
6. Afdekking plaatsen en vergrendelen.
Motorbeveiligingsfilter vervangen
1. Zuigkop ontgrendelen en verwijderen.
2. Druk het rooster van het motorbeschermingsfilter
naar beneden, draai het en verwijder het.
3. Verwijder het motorbeschermingsfilter.
4. Plaats een nieuw motorbeschermingsfilter.
5. Plaats het rooster van het motorbeschermingsfilter
en vergrendel het.
6. Zuigkop plaatsen en vergrendelen.
Hulp bij storingen
GEVAAR
Gevaar voor elektrische schokken
Letsel door aanraken van stroomvoerende onderdelen
Schakel het apparaat uit.
Trek de netstekker eruit.
Apparaat schakelt tijdens het bedrijf uit
Motor-thermoprotector is geactiveerd
1. Vervang de vliesfilterzak of papieren filterzak (bij-
zondere toebehoren).
2. Motorbeveiligingsfilter vervangen.
3. Afvoerluchtfilter vervangen.
4. Alle onderdelen op verstoppingen controleren.
5. Laat de motorturbine ongeveer 15-20 minuten af-
koelen. Apparaat opnieuw inschakelen.
Zuigturbine start niet
1. Stopcontact en de zekering van de stroomvoorzie-
ning controleren.
2. Netsnoer en de netstekker van het apparaat contro-
leren.
3. Apparaat inschakelen.
Zuigkracht neemt af
1. Verstoppingen uit zuigmond, zuigbuis, zuigslang of
patronenfilter verwijderen.
2. Vervang de vliesfilterzak of papieren filterzak (bij-
zondere toebehoren).
3. Reinig de hoofdfiltermand onder stromend water en
droog hem af.
4. Zuigkop correct plaatsen/vergrendelen.
5. Defecte zuigslang vervangen.
6. Motorbeveiligingsfilter vervangen.
Uittreden van stof tijdens het zuigen
1. Vervang de vliesfilterzak of papieren filterzak (bij-
zondere toebehoren).
2. Controleer de positie van de vliesfilterzak of papie-
ren filterzak (bijzondere toebehoren).
3. Zuigkop correct plaatsen/vergrendelen.
4. Onbeschadigde hoofdfiltermand plaatsen.
5. Motorbeschermingsfilter correct plaatsen.
Als de storing niet kan worden verholpen, moet het ap-
paraat door de klantenservice worden gecontroleerd.
Nederlands
Klantenservice
17