G E B R U I K S A A N W I J Z I N G
Motorvoorverwarmer
OWL-1 Bestelnr. 85 74 90
OWL-2 Bestelnr. 84 18 43
Dit product voldoet aan de eisen van de geldende Europese en nationale richtlijnen.
De motorvoorverwarmer mag in geen geval (ook niet voor testdoeleinden) zonder dat
deze is ingebouwd in het voertuig op de netspanning worden aangesloten. Dit geldt ook
voor proefopstellingen om testen uit te voeren.
Door de ontbrekende ventilatie wordt het product onvermijdelijk meteen beschadigd.
De garantie vervalt bij ondoelmatige inbedrijfname.
Bovendien bestaat bij onoordeelkundige inbedrijfname een levensgevaarlijke situatie!
Beoogd gebruik
De motorvoorverwarmer dient om het koelwater en daarmee ook de motoronderdelen van een voertuig voor
te verwarmen voor een koude start. Hierdoor is het mogelijk minder slijtage en een lager brandstofverbruik
te bewerkstelligen bij een koude start.
Het product mag uitsluitend van stroom worden voorzien met een goedgekeurd stopcontact met wissel-
spanning van 220-240V~/50Hz van het openbare elektriciteitsnet. Sluit het product nooit op een andere
voedingsspanning aan.
Ieder ander gebruik dan hierboven beschreven kan leiden tot beschadiging van het product; bovendien
bestaat kans op kortsluiting, brand, elektrische schokken en dergelijke.
Het gehele product mag niet worden gewijzigd of omgebouwd.
De veiligheidsinstructies moeten absoluut in acht worden genomen.
Veiligheidsinstructies
Bij schade die wordt veroorzaakt door het niet in acht nemen van deze gebruiksaanwij-
zing vervalt het recht op garantie. Voor gevolgschade aanvaarden wij geen aansprakelijk-
heid.
Voor materiële schade of persoonlijk letsel, veroorzaakt door ondeskundig gebruik, on-
juist inbouwen, niet-geautoriseerd openen van de behuizing of het niet in acht nemen
van de veiligheidsaanwijzingen, zijn wij niet aansprakelijk. In dergelijke gevallen vervalt
de garantie.
Een uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke aanwijzingen in de gebruiksaan-
wijzing. Lees vóór ingebruikname de volledige handleiding door. Deze bevat belangrijke
aanwijzingen omtrent het juiste gebruik.
☞
Het symbool met de hand verwijst naar bijzondere tips of aanwijzingen voor het
bedienen.
• Om redenen van veiligheid is het eigenmachtig ombouwen en/of wijzigen van het product niet toegestaan.
• Controleer het product vóór inbedrijfname op beschadigingen. Gebruik het product niet als het beschadigd
is.
• Als spanningsbron mag alleen een goedgekeurd stopcontact (220-240V~/50Hz) met randaarde, aange-
sloten op het openbare lichtnet worden gebruikt. De installatie van dit stopcontact moet in overeenstem-
ming zijn met de geldende veiligheidsvoorschriften en moet zijn beveiligd met een aardlekschakelaar.
• Let erop, dat u het apparaat op juiste wijze in gebruik neemt. Neem daarbij deze gebruiksaanwijzing in
acht. Laat het apparaat bij twijfel inbouwen door een gespecialiseerd bedrijf.
• Raadpleeg een vakman bij vragen omtrent de werkwijze, veiligheid of aansluiting van het product.
• Controleer het product en de aansluitkabel regelmatig op beschadigingen. Als het product of de kabel
beschadigd zijn, moet een vakman hem vakkundig repareren.
• Houd het product buiten bereik van kinderen. Kinderen kunnen niet inschatten welke gevaren samen-
hangen met het gebruik van elektrische apparatuur. Houd kinderen uit de buurt van het product.
• Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos liggen. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn.
• Lees voor de montage deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door. Neem in geval van onduidelijkheden of
vragen contact op met ons technische informatiebureau of consulteer een andere vakman.
• Let ook op de aanvullende veiligheidsaanwijzingen in de afzonderlijke hoofdstukken van deze handleiding.
Beschrijving van de werking
Omschrijving van het koelsysteem
Het koelsysteem van verbrandingsmotoren omvat een thermostaat, een waterpomp, een warmtewisselaar,
een koeler en een aantal slangen. De opbouw is in principe bij alle motoren soortgelijk.
De thermostaat beheerst de circulatie van de koelvloeistof. Als de motor koud is circuleert de koelvloeistof
door een zogenaamd „klein circuit" (een bypass-leiding). Als de verwarmingsregelaar naar de stand „Verwar-
men/Warm" wordt gedraaid, circuleert de koelvloeistof door het
verwarmingsgedeelte „Motor naar cabine" en wordt de cabine verwarmd.
Als de motor zijn werktemperatuur heeft bereikt wordt het „grote koelcircuit" geopend door de thermostaat en
wordt de doorstroming naar de radiateur vrijgegeven.
Korte verklaring van de werking van de motorvoorverwarmer
www.conrad.com
De motorvoorverwarmer wordt opgenomen in het koelcircuit van de auto.
Hij verwarmt het koelwater van de auto. Door de ingebouwde pomp circuleert het koelwater zodat ook alle
onderdelen worden verwarmd. Bij de cilinders in de motor wordt bijv. een temperatuur van ca. 30-50°C
Versie 08/12
bereikt.
Dit heeft een positief effect op het startgedrag, vermindert slijtage door koud starten en verlaagt het benzine-/
dieselverbruik tijdens het warmdraaien.
Montage
Identifi catie van de aansluitingen:
• De inlaat van de motorvoorverwarmer is de aansluiting, die aan de zijkant is geborgd met schroeven en bij
levering enigszins schuin naar boven is gericht.
• De uitlaat is de andere aansluiting, die vast (niet draaibaar) aan de behuizing is aangebracht.
• De voorverwarmer heeft geen houder nodig, maar wordt bevestigd met en ondersteund door de koelvloei-
stofslangen.
• Zoek de retourslang van de interieurwarmtewisselaar naar de motor. Als onduidelijk is, welke van de
normaal gesproken twee slangen de juiste is, laat u de motor even lopen met de interieurverwarming uit
totdat het koelcircuit handwarm is. Zet de motor dan uit en voel aan beide slangen. De slang die koud is,
is de slang die u zoekt.
☞
• Controleer of de montage mogelijk is en of er genoeg ruimte is. De voorverwarmer moet loodrecht worden
gemonteerd (slangaansluitingen boven, stroomaansluiting onder).
• Let erop, dat de inbouwpositie van de voorverwarmer zich onder het niveau van het expansiereservoir van
het koelwater ligt. De voorverwarmer is niet zelf aanzuigend!
• Laat de koelvloeistof weglopen in een schoon reservoir. Eventueel hoeft u maar zoveel vloeistof weg te
laten lopen, dat de slang die aan de voorverwarmer moet worden gemonteerd niet meer is gevuld.
☞
• De inlaataansluiting „Koud" van de voorverwarmer kan indien nodig worden gedraaid, zodat hij in de tegen-
overgestelde richting wijst (bij levering wijst het aansluitstuk naar boven). Draai daartoe de schroeven los,
die zich links en rechts van het aansluitstuk bevinden, en trek het aansluitstuk langzaam los. Let erop, dat
in het apparaat aanwezige onderdelen niet van plaats veranderen! Draai het aansluitstuk zodat hij in de
tegenovergestelde richting wijst. Let erop, dat de op het aansluitstuk aanwezige afdichting niet wordt ver-
draaid en in de juiste positie zit. In sommige gevallen is het nodig, met afdichtingsmassa (bijv. siliconenkit)
een aanvullende afdichting van het aansluitstuk aan te brengen. Breng uitsluitend afdichtingsmassa aan
op het afdichtingsvlak, niet in de behuizing! Plaats nu het aansluitstuk voorzichtig in de gewenste positie
en druk hem vast in de behuizing. Draai de twee bevestigingsschroeven aan de linker- en rechterkant vast.
• Laat evt. de afdichtingsmassa uitharden volgens de aanwijzingen van de fabrikant. Neem hierbij de veilig-
heidsinstructies van de fabrikant in acht.
• Nadat alle voornoemde punten zijn opgevolgd, kunt u de geselecteerde koelvloeistofslang op een geschikte
plek losmaken.
• Als er geen retourklep is gemonteerd in het koelcircuit, kan de voorverwarmer zo worden gemonteerd, dat
naar wens hetzij eerst de motor, hetzij eerst de warmtewisselaar van het interieur wordt voorverwarmd (het
uitlaatstuk „Warm" is de aansluiting die vast is aangebracht op de behuizing).
• Leid de koelvloeistofslangen naar de aansluitstukken van de voorverwarmer en borg ze met meegelever-
de slangklemmen.
• Leg de elektrische aansluitkabel zoals gewenst; neem daarbij de bovengenoemde veiligheidsinstructies in
acht.
Let op Gevaar voor letsel bij werkzaamheden in motorcompartiment
Motoronderdelen kunnen ook wanneer de motor uit staat nog heet zijn, koelventilatoren
kunnen ook bij stilstaande motor automatisch aanslaan.
De montage moet worden uitgevoerd door een gespecialiseerd bedrijf of een vakman.
Wijzigingen aan het voertuig, die door het inbouwen van het apparaat nodig zijn, moeten
altijd zo worden uitgevoerd, dat hierdoor geen beperking van de verkeersveiligheid of
van de constructieve stabiliteit van de auto ontstaat. Mocht er twijfel bestaan over de
keuze van de inbouwplaats, raadpleeg dan uw garagebedrijf.
Controleer vóór de montage, of de voorverwarmer kan worden ingebouwd en of bij uit-
geschakeld contact circulatie in het koelcircuit mogelijk is, d.w.z. dat doorstroming niet
wordt geblokkeerd.
De voorverwarmer en zijn aansluitkabel mogen niet in contact komen met hete of bewe-
gende delen; de aansluitkabel mag niet worden bekneld, overbelast of geknikt.
De voorverwarmer moet vrij worden gemonteerd en mag niet in contact komen met
motoronderdelen.
Bij de montage van de voorverwarmer mag de aansluitkabel niet zijn aangesloten op een
stopcontact.
De aansluitkabel verblijft in de auto en moet op een geschikte plek worden gelegd en
geborgd met kabelbinders. De aansluitstekker moet absoluut worden geplaatst op een
plek die tegen vocht is beschermd, of op andere wijze tegen vocht worden beschermd
(bijv. met een afdekking), zodat er bij het aansluiten op de spanningsvoorziening geen
kortsluiting of risico op een elektrische schok ontstaat.
Let u erop, zich niet te verwonden of hete onderdelen aan te raken! Gebruik bijv. een infrarood-
thermometer als deze voorhanden is.
Als u niet gelijktijdig de koelvloeistof vervangt, dient u er absoluut voor te zorgen dat deze niet
verontreinigd raakt! Hierdoor kan de pomp van de voorverwarmer blokkeren en het apparaat
eventueel onherstelbaar beschadigd raken.
Let op! Afhankelijk van welke koelvloeistof resp. welke toevoegingen zijn gebruikt, moeten
de afvalverwerkingsvoorschriften van de fabrikant worden opgevolgd. De koelvloeistof moet
vakkundig worden afgevoerd en mag niet in de bodem of in reguliere waterafvoerkanalen
terechtkomen. Informeert u zich bij de fabrikant of bij een gespecialiseerde werkplaats over de
deskundige afvoer van en de omgang met koelvloeistoffen.
Koelvloeistoffen bevatten glycol/ethaandiol en zijn bij inslikken schadelijk voor de gezondheid.
Vermijd contact met huid en ogen. Buiten bereik van kinderen bewaren. Consulteer bij inslikken
onmiddellijk een arts en laat de verpakking of het etiket zien.