4.9
De elektrische installatie
WAARSCHUWING!
De elektrische installatie mag alleen wor-
den uitgevoerd door een erkend installa-
teur.
* d.w.z. een vakbekwaam installateur die op basis van
opleiding en ervaring garant kan staan voor de uitvoering
van de installatie volgens de voorschriften.
De elektrische installatie moet voldoen
aan de nationale voorschriften.
De verbindingskabels moeten zodanig
worden gelegd dat deze niet in contact
komen met hete onderdelen van het
apparaat of de brander of met scherpe
randen.
Bij veranderingen aan de interne elektri-
sche installatie of het aansluiten van
andere elektrische componenten (bijv.
extra ventilatoren) aan de interne bedra-
ding van het apparaat vervalt het e1/CE-
certificaat, evenals iedere aanspraak op
garantiebepalingen en productaanspra-
kelijkheid!
4.9.1 Aansluiting op de stroomvoor
ziening
De stroomvoorziening moet afkomstig
zijn van een volgens de voorschriften
geaard stopcontact of een geaarde
aansluiting. Indien een stekker wordt
gebruikt voor de aansluiting op het
stroomnet, moet deze stekker vrij toe -
gankelijk zijn.
Indien de aansluitkabel beschadigd is,
moet deze door de servicedienst van
Dometic of gekwalificeerd personeel
wor den vervangen om risico's te ver-
mijden.
Wij adviseren de leiding via een beveiliging in
het voertuig te installeren.
4.9.2 Aansluiting op de accu
De 12V-aansluitkabel van het voertuig wordt
via een klemmenlijst op de koelkast aangeslo-
ten (RMx 8xx0) of wordt direct verbonden aan
de aansluitklemmen van de regelelektronica
(RMx 8xx1, 8xx5) (polen correct aansluiten).
De bedrading voor de verwarmingspatroon
(zie schakelschema, aansluiting A, B) moet
met een directe, zo kort mogelijke verbinding
op de accu of de dynamo worden aangeslo-
ten.
In het voertuig moet de 12V stroomkring
met een 20A zekering worden beveiligd.
Opdat bij het afzetten van de voertuigmotor
niet vergeten wordt, tevens de 12V- voorzie-
ning uit te schakelen (de accu zou binnen een
paar uur leeg zijn), dient de stroomvoorziening
voor het verwarmingspatroon (aansluiting A/B
in het schakelschema) zodanig te worden uit-
gevoerd dat deze bij het omdraaien van de
contactsleutel wordt onderbroken. De aanslui-
ting C/D (verlichting, elektronica; aansluitkabel
zwart/violet) moet gevoed worden met een
12V (DC) continuvoeding, die d.m.v. een 2A
zekering in het voertuig moet worden bevei-
ligd!
LET OP !
Bij installatie in een caravan mogen de
min- en pluskabels van de 12V-aansluitin-
gen A/B en C/D niet met elkaar worden
verbonden (EN 1648-1).
Doorsneden en lengtes van leidingen :
Motorcaravan & Caravan (binnen)
4 mm ² (RML 8xxx = 6 mm ² )
6 mm ² (RML 8xxx = 10 mm ² )
Caravan (buiten)
min 2,5 mm ² (EN1648-1)
21
Installatie
< 6 m
> 6 m
2,5mm²
Afb. 42