GARANTIE EN INTEGRA WIJST ALLE OVERIGE, UITDRUKKELIJK
DAN WEL STILZWIJGEND VERSTREKTE, GARANTIES AF, MET
INBEGRIP VAN, MAAR NIET BEPERKT TOT, STILZWIJGENDE
GARANTIES TEN AANZIEN VAN DE VERKOOPBAARHEID OF
DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL. INTEGRA IS
NIET AANSPRAKELIJK VOOR ENIGERLEI INCIDENTELE OF
GEVOLGSCHADE, VERLIEZEN OF (ON)KOSTEN DIE DIRECT
OF INDIRECT UIT HET GEBRUIK VAN DEZE PRODUCTEN
VOORTVLOEIEN. INTEGRA AANVAARDT GEEN ENKELE
ANDERE OF AANVULLENDE AANSPRAKELIJKHEID OF
VERANTWOORDELIJKHEID IN VERBAND MET DEZE
PRODUCTEN. OOK GEEFT INTEGRA GEEN ENKELE PERSOON
TOESTEMMING DERGELIJKE AANSPRAKELIJKHEID OF
VERANTWOORDELIJKHEID TE AANVAARDEN.
Bijlage A
Optionele manometertest
Hoewel Integra het uitvoeren van functietesten niet aanbeveelt,
kunnen sommige chirurgen ervoor kiezen om dit wel te doen.
Voor het testen is het uitermate belangrijk dat bij een CERTAS
programmeerbare klep met of zonder SIPHONGUARD alle
luchtbellen worden weggespoeld. Luchtbellen in de klep of in de
SIPHONGUARD zullen leiden tot onnauwkeurige testresultaten
van de manometer. De aanwezigheid van luchtbellen kan het
gebied van de dwarsdoorsnede van het stroombed verkleinen,
de weerstand van het systeem verhogen en de doorstroming van
vloeistof door het systeem tijdens het testen belemmeren.
Functietest voor de SIPHONGUARD
Vereiste apparatuur (gebruik volledig steriele apparatuur en voer
testen onder steriele omstandigheden uit)
Eén steriele manometer, groot boorgat (bijvoorbeeld 3,5 mm),
met een schaalverdeling in mm (verkrijgbaar in lengtes van
38 cm tot 60 cm)
Een steriele vierwegafsluitkraan
Eén steriele injectiespuit, minimaal 10 ml wordt aanbevolen
Eén steriel injectiespuitfilter, 5 µm
Steriele slangenadapters
Steriele siliconenslangen
Eén steriele mannelijke Luer-connector met een ribbel van 1,6 mm
(1/16 inch)
Steriele zoutoplossing
Spoelprocedure
Opmerking: bij een snelheid van 0,5 ml/minuut is voor
samengestelde versies 2 tot 3 minuten volledig spoelen vereist.
Dit is de tijd die de vloeistof nodig heeft om de klep te vullen en
uit de distale katheter te lopen. Reken extra tijd om te zorgen dat
het systeem vrij van luchtbellen is.
1 . Vul met behulp van een injectiespuitfilter van 5 µm
de injectiespuit met de steriele zoutoplossing. Het
injectiespuitfilter mag niet opnieuw worden gebruikt als
de injectiespuit opnieuw wordt gevuld. Haal zodra de
injectiespuit is gevuld, het filter van de injectiespuit.
2 . Monteer de manometer, afsluitkraan, injectiespuit en slangen
(afbeelding A-1).
3 . Stel de klepinstelling bij tot 1 terwijl de klep in de steriele
verpakking blijft.
4 . Verwijder de klep uit de steriele verpakking en sluit de klep
aan op de manometer/injectiespuit-constructie.
5 . Stel de afsluitkraan bij om de injectiespuit op de
klepconstructie aan te sluiten (afbeelding A-2).
6 . Plaats de klep verticaal met de uitlaat naar beneden gericht.
53
NL – NEDERLANDS