PROBLEMEN OPLOSSEN
MOTOR START NIET
Mogelijke oorzaak
Benzinekraan dicht (OFF).
Gashendel (indien op model aanwezig) staat
in de verkeerde stand.
Geen brandstof.
Slechte brandstof: maaier is opgeslagen
zonder behandeling/aftappen van benzine of
de tank is bijgevuld met slechte benzine.
Bougie defect o vervuild, elektrodenafstand
onjuist.
Bougie nat van brandstof (verzopen motor).
Tankontluchting geblokkeerd, carburateur
verstopt of ontsteking defect.
Mesremkoppeling (indien op model
aanwezig) wordt niet stevig genoeg tegen de
duwbeugel gedrukt.
ONVOLDOENDE MOTORVERMOGEN
Mogelijke oorzaak
Gashendel (indien op model aanwezig) staat
niet op "SNEL".
Gras is te lang om te maaien.
Maaidek is verstopt.
Luchtfilter is verstopt.
Slechte brandstof: maaier is opgeslagen
zonder behandeling/aftappen van de
benzine of de tank is bijgevuld met slechte
benzine.
Tankontluchting geblokkeerd, carburateur
verstopt of ontsteking defect.
MAAI- EN VERZAMELPROBLEMEN
Mogelijke oorzaak
Motortoerental is te laag voor goed
maairesultaat.
Maaier rijdt te snel voor de conditie van het
gazon.
Grasvanger te vol of verstopt.
Maaidek is verstopt.
Maaimes(sen) bot, versleten of beschadigd.
Verkeerd maaimes gemonteerd.
OVERMATIGE TRILLING
Mogelijke oorzaak
Maaimes(sen) los, verbogen, beschadigd of
uit balans na onjuist slijpen.
Mechanische schade, bijvoorbeeld verbogen
krukas.
Oplossing
Draai de benzinekraan open (ON)
(Blz
Zet de gashendel in de stand "SNEL"
(Blz
9).
Vul brandstof bij
(Blz
6).
Vul de tank met nieuwe benzine
(Blz
6).
Corrigeer de elektrodenafstand of vervang
de bougie
(Blz
13).
Droog de bougie en plaats deze terug.
Start de motor met de gashendel in de stand
"SNEL"
(Blz
9).
Laat deze werkzaamheden uitvoeren door
uw onderhoudsdealer.
Houd tijdens het starten van de motor de
mesremkoppeling stevig tegen de
duwbeugel gedrukt
(Blz
9).
Oplossing
Zet de gashendel op "SNEL"
(Blz
9).
Stel grotere maaihoogte in
(Blz
7), maai een
smallere strook, maai met lagere snelheid
10) of maai het gazon vaker.
(Blz
Maak het maaidek schoon
(Blz
14).
Reinig of vervang het luchtfilterelement
(Blz
12).
Vul de tank met nieuwe benzine
(Blz
6).
Laat deze werkzaamheden uitvoeren door
uw onderhoudsdealer.
Oplossing
Zet de gashendel (indien op model
aanwezig) in de stand "SNEL"
(Blz
9).
Selecteer een lagere versnelling (voor
modellen uitgerust met versnellingshendel)
of loop langzamer.
Leeg de grasvanger. Reinig de grasvanger
als deze is verstopt met vuil
(Blz 12
en 16).
Maak het maaidek schoon
(Blz
14).
Slijp of vervang maaimes(sen) indien nodig
(Blz
15).
Monteer maaimes(sen) van het juiste type
(Blz
15).
Oplossing
Draai loszittende mesbevestigingsbouten
vast.
Laat in het geval van verbogen of
beschadigd(e) maaimes(sen) de maaier
controleren door een erkende
Honda-onderhoudsdealer
(Blz
15).
Laat deze werkzaamheden uitvoeren door
uw onderhoudsdealer.
OPSLAG
VOORBEREIDINGEN VOOR
OPSLAG VAN DE MAAIER
Voer de onderstaande werkzaamheden uit wanneer de maaier voor
9).
een periode van 30 dagen of langer niet zal worden gebruikt.
Wacht met het legen van de benzinetank tot de uitlaat is
afgekoeld.
Typen HYEH, VYEH, QYEH:
Zet de gashendel [3] in de stand "SNEL" [A]
[3]
[A]
Alle modellen:
1. Leeg de benzinetank en de carburateur in een geschikte
opvangbak [1]:
a. Draai de benzinekraan [2]
in de stand ON (open).
b. Draai de aftapbout van
de carburateur [4] 1 tot 2
slagen linksom.
c. Draai nadat alle brandstof
is uitgestroomd de
aftapbout van de
carburateur stevig vast en
draai de benzinekraan [2]
in de stand OFF (dicht).
2. Ververs de motorolie
3. Trek rustig aan het startkoord totdat u weerstand voelt. Hiermee
worden de kleppen gesloten, waardoor ze beschermd zijn tegen
stof en corrosie.
4. Voorzie alle oppervlakken die gevoelig zijn voor roestvorming
van een dunne laag olie. Dek de maaier af en plaats hem op een
vlakke ondergrond in een droge, stofvrije ruimte. Gebruik geen
plastic zeil voor het afdekken, aangezien dit condens vasthoudt.
NB: Als de gazonmaaier langer dan 3 maanden niet wordt gebruikt,
verwijder dan de bougie en giet 5 tot 10 cm
cilinder. Trek vervolgens 2 of 3 maal rustig aan het startkoord om de
olie te verspreiden. Laat de maaier niet gedurende langere tijd op
de zijkant rusten. Dit kan startproblemen en olielekkage
veroorzaken.
VEILIGHEID
.
[A]
[3]
[1]
[4]
(zie Blz
13).
3
schone motorolie in de
B3
D2
D3
D4
[2]
[2]
[2]
17 NL