6
onderhoud
Controleer de filters regelmatig om problemen te voorkomen. Leeg de stofopvangbak wanneer deze vol is en reinig of vervang de
filters wanneer ze vies zijn.
HET LEGEN EN REINIGEN VAN DE STOFOPVANGBAK
Het wordt aanbevolen de stofopvangbak na elk gebruik te legen.
• Druk op de knop [1] om de stofopvangbak te ontgrendelen en neem deze uit de stofzuiger.
• Houd de brede opening naar boven en pak met duim en wijsvinger het complete filtersysteem [2] uit het stofreservoir.
• Leeg de stofopvangbak ondersteboven boven een afvalbak. Schud de stofopvangbak rustig leeg in de afvalbak.
• Reinig de filters grondig na elke vier legingen op de volgende wijze:
• Neem het motorfilter [3] uit de stofopvangbak.
• Open het filtersysteem door de binnenste ring tegen de klok in los te draaien en uit te nemen (let op de aanduiding van de pijl
en het open slot).
• Reinig de kunststof onderdelen onder de kraan en laat deze goed drogen.
• Reinig het motorfilter met lauwwarm stromend water en laat de filters aan de lucht drogen. Gebruik geen reinigingsmiddelen
of borstels. Let op dat het filter mogelijk na het reinigen zijn oorspronkelijke kleur niet terug krijgt. Deze verkleuring heeft
echter geen invloed op de werking.
• Zet het filtersysteem pas weer in elkaar als de filters volledig droog zijn.
• Plaats het filtersysteem [2] terug in de stofopvangbak. Let erop dat deze maar op een manier past in de stofopvangbak.
1
Attentie
• Gebruik de stofzuiger alleen als alle filters geplaatst zijn. Als dit niet het geval is, kan dit de zuigkracht verminderen of schade aan de
motor veroorzaken.
• Gescheurde of niet goed sluitende filters kunnen schade veroorzaken aan de motor. Als een filter defect is, moet deze vervangen
worden door een nieuw origineel exemplaar.
HET REINIGEN VAN DE TURBOBORSTEL
In de ronddraaiende borstel kunnen haren en/of ander vuil achterblijven. Reinig de turboborstel daarom regelmatig voor optimaal
gebruik van de stofzuiger.
• Zorg dat de stofzuiger uit staat en koppel de turboborstel los van de stofzuiger.
• Ontgrendel het lipje [4] aan de onderkant van de turboborstel en klap deze omhoog.
• Trek nu voorzichtig de borstel [5] omhoog uit de turboborstel.
• Reinig de borstel met lauwwarm stromend water en laat de borstel aan de lucht drogen.
• Plaats de borstel weer terug in de turboborstel.
• Klap de turboborstel dicht en vergrendel deze door het lipje [4] stevig terug te schuiven.
5
4
2
4
2
3
Nederlands
•
11