Metabo TE 24-230 MVT CED Notice Originale page 29

- Controleer of de primaire handgreep (13) goed
bevestigd is: Hij dient vergrendeld te zijn en er
mag niet aan kunnen worden gedraaid.
6.4 Netaansluiting
De stopcontacten moeten met trage
smeltzekeringen of leidingbeveiligingsschakelaars
beschermd zijn.
Met ingebouwde automatische
aanloopstroombegrenzing (zachte aanloop). De
stopcontacten kunnen ook met snelle
smeltzekeringen of leidingbeveiligingsschakelaars
beschermd zijn.
7. Inzetgereedschap aanbrengen
Voor alle ombouwwerkzaamheden: haal de
stekker uit het stopcontact. De machine moet
uitgeschakeld zijn en de spindel moet stilstaan.
De spilvastzetknop (11) alleen bij stilstaande
spil indrukken!
7.1 Diamant-doorslijpschijf aanbrengen
1. Asvergrendelknop (11) indrukken en as (14)
draaien tot de vergrendelknop merkbaar
vastklikt.
2. Steunflens (15) (leveringsomvang van de
haakse slijper) op de as plaatsen. Hij is op de
juiste wijze aangebracht, als hij op de
vergrendelde as niet gedraaid kan worden.
3. De 2 afstandsringen (16) op de steunflens (15)
plaatsen.
4. Een diamant-doorslijpschijf (17) op de
afstandsring (16) plaatsen. Let op juiste
draairichting. De draairichting is door middel
van een pijl op de diamant-doorslijpschijf en
afzuigbeschermkap aangegeven (pijl voor de
draairichting (9)).
5. Zorg ervoor dat de tweegats spanmoer (18) en
as (14) van de haakse slijper op elkaar passen:
Tekst op de tweegats spanmoer en de
informatie over de schroefdraad op het
typeplaatje van de haakse slijper moeten
overeen stemmen (M14 resp. 5/8").
6. Tweegats spanmoer (18) opschroeven.
7. Asvergrendelknop (11) indrukken en ingedrukt
houden.
8. Tweegats spanmoer (18) met tweegaatssleutel
(19) stevig vastdraaien.
9. De veilige verbinding controleren.
10.Diamant-doorslijpschijf (17) met de hand
draaien - hij mag de afzuigbeschermkap (8) niet
aanraken of er tegenaan schuren.
8. Gebruik
8.1 In-/uitschakelen
Pak de machine altijd met beide handen vast.
Eerst inschakelen, dan het inzetgereedschap
naar het werkstuk bewegen.
Voorkom onverhoeds starten: de machine
altijd uitschakelen wanneer de stekker uit het
stopcontact wordt gehaald of wanneer sprake is
geweest van een stroomonderbreking.
Bij continue inschakeling draait de machine
door wanneer hij uit uw handen wordt
getrokken. Houd de machine daarom altijd met
beide handen vast aan de hiervoor bestemde
handgrepen, zorg ervoor dat u stevig staat en werk
geconcentreerd.
Voorkom dat de machine stof en spaanders
opjaagt of naar binnen zuigt. De machine na
het uitschakelen pas wegleggen wanneer de motor
tot stilstand is gekomen.
Zie pagina 3, afbeelding D.
Momentinschakeling:
Inschakelen: vergrendeling (23) in de richting van
de pijl schuiven en vervolgens de
drukschakelaar (24) drukken.
Uitschakelen: drukschakelaar (24) loslaten.
Continue inschakeling (afhankelijk van de
uitvoering):
Inschakelen: vergrendeling (23) in de richting van
de pijl schuiven en vervolgens de
drukschakelaar (24) drukken en ingedrukt
houden. De machine is nu ingeschakeld. Nu
de vergrendeling (23) nog een keer richting
de pijl schuiven om de drukschakelaar (24)
te vergrendelen (continu ingeschakeld).
Uitschakelen: op de drukschakelaar (24) drukken
en loslaten.
8.2 Werken
Het apparaat altijd stevig met beide handen
aan de primaire greep (13) van de haakse
slijper en aan de extra greep (6) vasthouden en
leiden.
Machine alleen in de richting van de pijl (7)
schuiven/trekken
1. Gewenste zaagdiepte instellen:
Borgmoer (3) losmaken en met behulp van de
schaal de gewenste zaagdiepte instellen en
vervolgens de borgmoer (3) weer vastdraaien.
2. De beschermkap met het voorste gedeelte van
de geleidetafel (10) op het werkstuk plaatsen,
zonder dat de diamant-doorslijpschijf het
werkstuk aanraakt.
3. Machine inschakelen en wachten tot het volle
toerental bereikt is.
4. Bij dompelsnedes: de machine langzaam en
met gevoel naar beneden zwenken: de diamant-
doorslijpschijf beweegt in het werkstuk.
5. De machine langzaam in de richting van de pijl
(7) bewegen: de diamant-doorslijpschijf
beweegt in het werkstuk.
6. Machine alleen in de richting van de pijl (7)
schuiven / trekken (Tegenlopend werken).
Anders bestaat het gevaar dat de machine
ongecontroleerd uit de snede springt. Werk met
een matige, aan het materiaal aangepaste
voorwaartse beweging. Voor een optimale
afzuiging moet u erop letten dat de wieltjes altijd
het werkstuk aanraken. De geleidetafel (10)
moet over het werkstuk glijden.
NEDERLANDS nl
29