U hebt de volgende uitrusting nodig:
• bandenlichters (kunststof)
• plakkertjes
• bandenplak
• schuurpapier
• steeksleutel (voor fietsen zonder snelspanners)
• fietspomp
• reservebinnenband
Als uw FLYER met een schijfrem is uitgerust,
kunt u het wiel zonder verdere voorbereiding de-
monteren .
Let op: bij het inbouwen moet de schijf tussen de
remblokken en remklauw, in het midden en vrij,
worden geplaatst .
Wiel demonteren
Voorwiel
Als u snelspanners of steekassen hebt, opent u
deze .
Als uw fiets over zeskantmoeren beschikt, maakt
u die los met een geschikte steeksleutel door
naar links te draaien .
Het voorwiel kunt u na de hierboven aangegeven
stappen demonteren .
Quelle: Shimano
techdocs
®
Achterwiel
Als uw fiets over een kettingversnelling beschikt,
schakelt u deze op het kleinste rondsel . De ach-
terderailleur belemmert in deze stand de demon-
tage het minst .
Als u snelspanners of steekassen hebt, opent u
deze .
Als uw fiets over zeskantmoeren beschikt, maakt
u die los met een geschikte steeksleutel door
naar links te draaien . Trek de achterderailleur iets
naar achteren .
Til de fiets iets op.
Geef het wiel van boven een lichte slag met de
vlakke hand . Trek het wiel uit het frame .
Buiten- en binnenbanden demonteren
• Schroef de ventieldop, bevestigingsmoer en
evt . de bovenmoer uit het ventiel .
• Laat de resterende lucht uit de binnenband
ontsnappen .
• Plaats de bandenlichter tegenover het ventiel
aan de binnenrand van de band .
• Schuif de tweede bandenlichter ca . 10 cm van
de eerste bandenlichter tussen velg en band .
Duw de zijkanten van de band over de velgrand .
• Duw de band zo vaak over de velg totdat de
band over de hele omtrek los zit .
• Haal de binnenband uit de buitenband .
Binnenband verwisselen
Verwissel de binnenband .
Binnenbanden en binnenbandloze ban-
den moeten vervangen worden volgens
de instructies van de wiel- of velgfabri-
kant .
Buiten- en binnenbanden monteren
Voorkom dat vreemde deeltjes aan de binnen-
kant van de buitenband terechtkomen . Zorg er-
voor dat de binnenband zonder vouwen is en niet
gedraaid is .
Verzeker u ervan dat de velglint alle spaaknippels
bedekt en geen beschadigingen heeft .
• Zet de velg met een rand in de band .
• Duw een zijkant van de band helemaal in de
velg .
• Steek het ventiel door het ventielgat in de velg
en leg de binnenband in de buitenband .
• Schuif de tweede zijkant van de buitenband
met de bal van de hand volledig over de vel-
grand .
• Controleer of de binnenband stevig vastzit .
• Pomp daartoe de binnenband iets op .
• Controleer of de band goed zit en rond loopt
aan de hand van de controlering aan de zijkant
van de band . Corrigeer de positie van de band
met de hand als hij niet rond loopt .
• Pomp de binnenband op tot de aanbevolen
bandenspanning is bereikt .
Let bij het monteren op de looprichting
van de band .
Wiel monteren
Bevestig het wiel met de snelspanner of de
steekas veilig aan het frame of de vork .
Als uw fiets over schijfremmen beschikt,
moet u zich ervan verzekeren dat de
remschijven correct tussen de remblok-
ken zitten!
Voor de correcte en veilige montage en instelling
van kettingversnellingen, naafversnellingen en
gecombineerde naaf-kettingversnellingen leest u
de gebruiksaanwijzingen van de fabrikant van de
versnelling .
Draai alle bouten met het voorgeschre-
ven aandraaimoment aan . Anders kun-
nen de schroeven afbreken en onderde-
len los komen te zitten .
Voer een remtest uit .
42