Aritech DIGITALK 2000 Guide D'installation page 45

Installatie van enkelvoudige toestellen
De toestellen moeten verticaal op een stevige bodem worden gemonteerd. Hiervoor wordt gebruik
gemaakt van de voetkussens uit kunststof die voor voldoende verluchting en isolatie zorgen. Bij
wandtoestellen gebruikt u de basis als sjabloon voor het aankruisen van de plaats waar de boorgaten
moeten komen. De toestellen moeten op een trilvrij oppervlak worden gemonteerd.
Montage van de kolommen
Betonfundering
Om te voorkomen dat de grondplaten (➨A) ingevolge slechte weersomstandigheden verschuiven,
moeten ze stevig op een vlakke betonfundering worden bevestigd. Er dient hierbij rekening te worden
gehouden met de plaats van de kabel op de grondplaat.
De minimumafmetingen voor de betonfundering (➨C) zijn afhankelijk van de hoogte van de kolom.
Voor kolommen met een hoogte van maximum 2 meter moet de fundering een minimumafmeting
hebben van 60 x 60 cm. Bij kolommen hoger dan 2 meter moet de fundering minimum 80 x 80 cm
meten.
Bevestig de grondplaat op de betonfundering met vier moeren voor zwaar gebruik (voor een
kolomhoogte van maximum 2 meter, lengte 140 mm, M16) of met twee betonankers (➨B) (voor een
kolomhoogte van meer dan 2 meter, minimum 350 mm diep en een diameter van 16 mm).
Installatie van de kolommen
Voorgeboorde gaten in de kolommen liggen parallel met de gaten in de grondplaten. Er moet rekening
worden gehouden met de maximumhoogte van de kolom (maximumlengte 1,5 m of 3 m afhankelijk
van de grondplaat).
Bij wandmontage moet voor het deksel aan de montagezijde een speling van ongeveer 4 mm worden
gelaten. Wanneer de kolommen binnen een gebouw moeten worden geïnstalleerd, kan in de plaats
van een deksel een grondplaat worden gebruikt. Op die manier moet geen rekening worden gehouden
met een minimumafstand.
De kop- en bodemdeksels kunnen verder met een sabotageschakelaar worden geborgd. Deze moet
ter hoogte van het eindstuk boven- of onderaan de kolom worden geplaatst en geborgd. Wanneer de
deksels worden aangebracht, moet de schakelaar geactiveerd worden.
Installatie van de toestellen in de kolommen
De zenders en de ontvangers worden op de gewenste hoogte in de kolommen geplaatst en met
schroeven ( 1) bevestigd. Controleer voor het installeren van de toestellen dat er voldoende plaats rest
voor het aansluiten van de kabels op de kolommen.
De installatie verloopt vlotter wanneer de toestellen vooraf in de kolommen worden gemonteerd, van
de nodige bedrading worden voorzien en in het laboratorium worden getest. Op die manier moet bij de
montage ter plaatse enkel nog de ondergrondse kabel worden aangesloten.
Maak de vergrendeling van het behuizingdeksel voorzichtig los
om het toestel te openen.
Twee kunststofhouders boven en onder de basis worden
gebruikt om de toestellen te vast te maken. Links aan de basis
bevindt zich de kabelopening. Wanneer de installatie is
voltooid, plaatst u het deksel van de behuizing voorzichtig terug
en vergrendelt u ze met de twee borgklemmen.
Tekst tekening: - bevestiging
- vergrendeling voor deksel behuizing
-44-