3M Versaflo TR-802E Notice D'utilisation page 32

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

  • FRANÇAIS, page 11
de uitlaat te steken. Wacht nog een minuut extra om de luchtstroom te laten
stabiliseren. Controleer met de luchtstroomindicator in verticale postitie dat
de bal op of boven het minimum luchtstroomniveau blijft zweven (zie
afbeelding 5). Om uw zone te bepalen, moet u de hoogte en temperatuur
kennen van de omgeving waarin u de luchtstroomcontrole uitvoert. Zoek in
de in afbeelding 6 weergegeven grafiek de zone waar uw hoogte en
temperatuur elkaar kruisen.
Alarmcontrole
Het akoestische en visuele alarm wordt geactiveerd wanneer de luchtstroom
het door de fabriant vastgestelde minimum bereikt (MMDF). Om te
controleren of de alarmen goed werken, plaatst u een hand over de uitlaat
van de motorunit. Het hoorbare alarm moet worden geactiveerd en de
onderste LED op het filterpictogram zal rood knipperen.
N.B: Door veel lawaai in de omgeving of gebruik van gehoorbescherming
kan het alarm moeilijker te horen zijn. Controleer onder deze
omstandigheden het visuele alarm dan wat vaker.
GEBRUIKSAANWIJZING
DRAGEN VAN HET SYSTEEM
1. Selecteer een goedgekeurde ademslang (zie informatieblad voor een lijst
van goedgekeurde 3M ademslangen) en sluit boveneinde op de hoofdkap.
Controleer het aansluitstuk aan het uiteinde van de ademslang (d.w.z. het
uiteinde dat verbonden wordt met de luchttoevoereenheid) of dit niet
versleten of beschadigd is. Als de naad versleten of beschadigd is, moet de
ademslang worden vervangen.
2. Steek het ondereinde van de ademslang in de uitlaat van de motorunit en
draai aan het uiteinde van de ademslang om te controleren of deze stevig
vastzit.
3. Kies een goedgekeurde riem (zie datasheet voor lijst met door 3M
goedgekeurde riemen). De motorunit heeft vier vergrendelingspennen (zie
afbeelding 7) en de riem heeft vier corresponderende gaten (zie afbeelding
8). Steek de vier vergrendelingspennen in de gaten van de riem (zie
afbeelding 9). Druk de riem naar beneden tussen het bovenste en onderste
gat aan elke kant (zie afbeelding 10). Schuif de riem naar boven (zie
afbeelding 11) totdat de riem in de riemvergrendelingslipjes onderaan de
motorunit klikt (zie afbeelding 12). Plaats de tailleriem met de motorunit op
comfortabele wijze rondom uw taille en gesp hem vast. (Zie onderstaande
opmerking om optionele rugzak te bevestigen). Zie aparte gebruiksaanwijz-
ing voor bretels indien gebruikt.
4. Stel de hoofdkap af zoals beschreven staat in de betreffende
gebruiksaanwijzing.
5. Zet de motorunit aan door de knop 1 seconde in te drukken. Het apparaat
voert een zelfdiagnose uit. De indicatoren van het stroomniveau, filter en
batterijlader knipperen en het auditieve alarm wordt geactiveerd. Plaats de
hoofdkap en zorg ervoor dat de minimale luchtstroom wordt bereikt. (Het
hoorbare alarm zal klinken als hij onder de minimum luchtstrook komt - zie
probleem oplossen).
Opmerking: wanneer de motorunit aan de optionele rugzak wordt bevestigd,
wordt aanbevolen dit te doen in de richting die in afbeelding 13 wordt
getoond. De rugzakadapter moet in de juiste richting worden gemonteerd
om dit mogelijk te maken. Bevestig de rugzakadapter aan de rugzak zoals in
afbeelding 14 wordt getoond en controleer of hij goed vastzit met behulp van
de bevestigde sluiting. Steek de vier vergrendelingspennen aan de
achterkant van de motorunit in de gaten van de adapter en zorg voor een
goede bevestiging.
IN GEBRUIK
De motorunit start altijd met de standaard stroominstelling wanneer hij wordt
ingeschakeld. Houd de ventilatorknop 1 seconde ingedrukt om de
luchtstroominstelling te wijzigen. Door herhaaldelijk op deze knop te drukken,
scrolt u door de stroominstellingen. Indien er na 30 seconden tijdens gebruik
geen knoppen worden ingedrukt, gaat de display in slaapstand. Druk vluchtig
op een willekeurige knop om deze modus te verlaten.
De display heeft tevens een indicator voor de maskerstand. Wanneer er een
ademslang voor een masker op de motorunit wordt aangesloten, schakelt de
motorunit over op de maskerstand en de indicator licht op.
N.B. Om de batterij te sparen in de medium of hoge luchtstroominstelling, gaat
de motorunit automatisch naar de volgende lagere luchtstroominstelling
wanneer de filterbelasting ongeveer 90% bereikt of de resterende
batterijlading minder dan 4 uur is. Dit gaat gepaard met een korte piep. De
afname-functie kan door de gebruiker ongedaan worden gemaakt door op de
luchtstroomregelknop te drukken om de luchtstroom terug te brengen naar de
gewenste luchtstroom. Het alarm voor een bijna lege batterij en een alarm
voor een laag debiet werken altijd zoals hierboven beschreven, wanneer er
een alarm klinkt, moeten gebruikers het vervuilde gebied onmiddellijk verlaten.
Display
Geluidssignaal Uitleg
(voorbeeld,
LED = groen)
(voorbeeld,
LED = groen)
(voorbeeld,
Aan
(Normale
LED = groen)
Werking)
x 1
wanneer
(LED = groen)
geselecteerd
x 2
wanneer
(LED = groen)
geselecteerd
x 3
wanneer
geselecteerd
(LED = groen)
Aan
(slaapmod
us)
Masker
indicator
Kern
Langzame Flits
^ De filterlaadindicator is alleen voor deeltjes. Hij verschaft geen informatie
over de levensduur voor gas en stoom. Verlaat de verontreinigde zone
onmiddellijk wanneer u vervuilende stoffen proeft of ruikt.
Gebruik in de 'power-off' toestand is niet normaal, er is dan weinig of
geen bescherming en er kan zich koolstofdioxide ophopen en het
zuurstofgehalte kan teruglopen in de hoofdkap. Verlaat de
verontreinigde zone onmiddellijk.
Voorkom dat de ademslang blijft steken achter uitstekende objecten. Als de
luchtstroom in de hoofdkap tijdens gebruik stopt en het alarm klinkt, verlaat
de verontreinigde zone dan onmiddellijk en onderzoek de oorzaak (zie
diagnoseprocedure).
OPMERKING: De levensduur van het product zal verschillen
naargelang de gebruiksfrequentie en -omstandigheden. Bij dagelijks
gebruik bedraagt de verwachte levensduur 3-5 jaar. Sommige extreme
omstandigheden kunnen leiden tot een verkorte levensduur van het product.
Het product moet volgens de onderstaande omschrijving worden bewaard
en onderhouden.
N.B.: Stel het batterijpak niet bloot aan temperaturen boven 54°C. Het alarm
van de motorunit wordt geactiveerd als het batterijpak een temperatuur
bereikt van 54°C terwijl de motorunit in gebruik is. De motorunit schakelt uit
als de temperatuur van de batterij 60°C overschrijdt.
^ Gebruik geen batterijen buiten de aanbevolen temperatuurlimieten.
VRIJMAKEN VAN HET SYSTEEM
Neem de hoofdkap niet af, of sluit de luchttoevoer niet af zolang de
gecontamineerde zone niet verlaten is.
NB Verontreiniging kan worden verwijderd door de betreffende stappen in de
reinigingsinstructies op te volgen voordat het systeem wordt verwijderd of
gedemonteerd.
1. Til de hoofdkap van het hoofd.
2. Schakel de motorunit uit door 2 seconden op de aanknop te drukken.
3. Maak de riem los. Haal zo nodig de riem van de motorunit door hem
onderaan in het midden over de vergrendelingsranden te heffen en de riem
neerwaarts te schuiven (zie afbeelding 15).
4. Indien nodig kan de ademslang worden verwijderd. De aangedreven
31
Laadstatus van accu (minder dan
80% in voorbeeld)
Nieuw filter in voorbeeld
Deels geladen filter in voorbeeld.
Opmerking: voor sommige systemen
impliceert de inherente drukval van
bv. hoofdkap en/of filter dat niet alle
ledlampen zullen oplichten, zelfs bij
nieuwe filters
Standaard luchtstroom
geselecteerd
Medium luchtstroom geselecteerd
Hoge luchtstroom geselecteerd
Standaard luchtstroom
geselecteerd
Medium luchtstroom geselecteerd
Hoge luchtstroom geselecteerd
Masker indicator is geactiveerd:
wanneer een masker is
aangesloten op de juiste
ademslang.
Korte pieptoon

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières