3.6 De balans opstellen
3.6.1 De balans inschakelen
Voordat u de balans gebruikt, moet die worden opgewarmd om nauwkeurige weegresultaten te verkrijgen. Om
de bedrijfstemperatuur te bereiken, moet de balans minimaal 30 minuten worden geacclimatiseerd en op de
netvoeding zijn aangesloten.
3.6.2 De balans waterpas zetten
Een perfect horizontale en stabiele plaatsing zijn essentieel voor herhaalbare en nauwkeurige weegresultaten.
Er zijn vier verstelbare stelvoetjes waarmee kleine oneffenheden in het oppervlak van de weegtafel kunnen wor-
den gecompenseerd.
De balans moet altijd opnieuw waterpas worden gezet en worden gekalibreerd wanneer deze naar een nieuwe
locatie verhuist.
1 Plaats de balans op de gewenste locatie.
2 Lijn de balans horizontaal uit.
3 Draai de stelvoetjes van de behuizing aan totdat de lucht-
bel zich in het midden van het peilglas bevindt.
4 In dit voorbeeld moet u het linkerstelvoetje linksom draai-
en.
Voorbeeld
Luchtbel op 12 uur:
Luchtbel op 3 uur:
Luchtbel op 6 uur:
Luchtbel op 9 uur:
3.6.3 De balans kalibreren
Om nauwkeurige weegresultaten te verkrijgen, moet de balans worden gekalibreerd in verband met de zwaarte-
krachtversnelling op de huidige locatie. Ook de omgevingscondities spelen hierbij een rol. Nadat de bedrijfs-
temperatuur is bereikt, moet de balans in de volgende gevallen worden gekalibreerd:
voordat de balans voor het eerst wordt gebruikt;
•
wanneer de balans werd losgekoppeld van de voedingsbron of bij een stroomstoring;
•
Na aanzienlijke veranderingen in de omgeving (bv. temperatuur, luchtvochtigheid, tocht of trillingen).
•
met regelmatige intervallen tijdens gebruik.
•
80
draai beide voetjes rechtsom.
draai linkervoetje rechtsom en rechter-
voetje linksom.
draai beide voetjes linksom.
draai linkervoetje linksom en rechtervoetje
rechtsom.
Karaatbalansen