9
INSTELLINGEN
Hier kunt u verschillende instellingen op de
telefoon instellen en ze ook weer op de fabrieks-
instellingen instellen.
• Druk op Menu (Menu) en daarna op Omhoog/
Omlaag om naar Instellingen (Settings) te gaan
en druk op OK (OK) om te selecteren.
• Kies een optie uit de lijst die wordt
weergegeven.
9.1
PROFIELEN
Met Profielen (Profiles) kunt u de geluiden van uw
telefoon eenvoudig aanpassen en ze aan uw situ-
atie aanpassen.
Er zijn 4 profielen op de telefoon ingesteld –
Algemeen (General), Stil (Silent), Ontmoeting
(Meeting), Buitenshuis (Outdoor) – en elk profiel
heeft instellingen voor Oproeptype (Alert type),
Belsignaal (Ring type), Belvolume (Ring Volume),
Berichttoon (Message tone), Berichtvolume (Mes-
sage volume), Toon toetsenbord (Keypad tone),
Toetsvolume (Keytone volume), Signaal voor in-/
uitschakelen (Power on/off tone) en Systeemsignaal
(System alert).
9.1.1.
Een profiel activeren
• Druk op Menu (Menu) en daarna op Omhoog/
Omlaag om naar Instellingen (Settings) te gaan;
druk daarna op OK (OK) om het menu Profielen
(Profiles) te openen.
• Druk op Omhoog/Omlaag om naar het gewens-
te profiel te gaan en druk op Opties (Options)
en selecteer Activeren (Activate).
159