- Het apparaat moet op een vloer met het juiste draagvermogen worden geïnstalleerd. Als
de reeds bestaande constructie niet aan deze voorafgaande vereiste voldoet, dienen de
passende maatregelen te worden getroffen om hier wel aan te voldoen (bijvoorbeeld een
lastverdeelplaat).
BRANDSTOF
- Gebruik droog brandhout als brandstof en zorg ervoor dat de vochtigheidsgraad ervan niet
hoger dan 20% is. Houd er rekening mee dat een stuk brandhout met een vochtigheidsgraad
van 50% of 60% niet verwarmt, zeer slecht brandt, veel teer voortbrengt, overdreven veel
waterdamp uitstoot en overmatige afzettingen op het apparaat, het glas en het rookkanaal
veroorzaakt. Ook kunnen geperste houtbriketten worden gebruikt.
- Steek het vuur aan met aanmaakblokjes of met behulp van papier of dunne takjes. Gebruik
voor het aansteken van het vuur nooit alcohol of soortgelijke producten.
- Verbrand geen huisvuil, plastic materiaal of vette producten die het milieu vervuilen en
brandgevaar kunnen veroorzaken door verstopping van het rookkanaal.
WERKING
- De eerste keren dat u de kachel gebruikt is het normaal dat er rook ontstaat. Dit komt
doordat er bepaalde componenten van de hittevaste verf verbranden en tegelijkertijd blijft
het pigment aan de kachel plakken. Daarom wordt aanbevolen om de kamer ruimschoots te
ventileren totdat de rook verdwijnt.
- De kachel dient niet met open deur te werken.
- Het apparaat is ervoor bestemd om discontinu, met tussentijds bijvullen van brandstof, te
functioneren.
- Voor het aansteken van de kachel wordt aanbevolen om papier, aanmaakblokjes en
dunne takjes of stukjes brandhout te gebruiken. Zodra het vuur begint te branden, dienen
twee houtsblokken van 1 à 1,3 kg te worden toegevoegd. Bij het aanmaken moeten de
trekkleppen van de kachel geheel geopend zijn. Zo nodig kan het ook van nut zijn om in
het begin de asla te openen.
- Sluit, zodra het vuur goed brandt, de asla volledig (als u deze van tevoren heeft geopend) en
regel de intensiteit van het vuur door de trekkleppen in meerdere of mindere mate te sluiten.
- Om het nominale vermogen van deze kachel te bereiken, dient om het uur ongeveer 4 kg
brandhout (vier stukken van een kilo) in het apparaat te worden gelegd. De houtblokken
dient u iets van elkaar gescheiden, horizontaal neer te leggen, zodat ze goed kunnen
branden. Het apparaat dient niet bijgevuld te worden, totdat de vorige lading opgestookt
en alleen nog gloeiend houtskool over is.
- Als u de kachel met steenkool stookt, dan dient hij met 2 kg kolen gevuld en elk anderhalf
uur bijgevuld te worden. Gebruik de kachel niet alleen met steenkool.
Waarschuwing: als u de kachel lange tijd met steenkool stookt, ontstaan er vervormingen
in de romp van de kachel die, hoewel zij de normale werking ervan niet verhinderen, wel
esthetisch met het blote oog waarneembaar zijn.
- Voor een langzame verbranding dient de intensiteit van het vuur met de trekkleppen te
worden geregeld. Deze mogen nooit geblokkeerd zijn, zodat er voldoende luchttoevoer is.
- Het is normaal dat de messing onderdelen, na de eerste keren dat de kachel wordt
aangestoken, een koperachtige kleur krijgen.
- Het is normaal dat de glasvezelpakking van het glas na verloop van tijd losraakt. Hoewel de
17
Mod.
C A S T I L L A