BEDIENING
reiniging, verzorging en onderhoud
4.3
Fabrieksinstellingen
4.3.1 Warmteopslag
Met behulp van de opnameregeling (instelbaar met keuzeknop 3)
wordt bepaald hoeveel warmte wordt opgeslagen (het opladen).
Daarbij moet onderscheid worden gemaakt tussen bedrijf
met of zonder centrale weersafhankelijke oplaadsturing. De
weersafhankelijke oplaadsturing bevindt zich in de schakelkast.
Als er geen centrale weersafhankelijke oplaadsturing is, stelt u de
oplaadregelaar als volgt in:
Instellen op stand 1 komt overeen met ong. 1/3 van volledig
opladen (overgangsseizoen, voorjaar, najaar).
Instellen op stand 2 komt overeen met ong. 2/3 van volledig
opladen (zachte winter).
Instellen op stand 3 komt overeen met volledig opladen (winter).
Bij instellen op stand 0 wordt niet opgeladen.
Na een korte periode van gewenning beschikt u over voldoende
ervaring om steeds de juiste stand te kiezen.
Als er een centrale weersafhankelijke oplaadsturing is, stelt u de
oplaadregelaar in op stand 3. De weersafhankelijk oplaadsturing
zorgt dan voor de juiste mate van opladen. Om afzonderlijke
toestellen individueel te kunnen regelen als er een oplaadsturing
is, kunt u de oplaadregeling echter ook handmatig bijstellen.
Dit lezen!
Raadpleeg daartoe de handleiding van de
oplaadsturing of het groepsstuurtoestel.
4.3.2 Warmteafgifte
De warmteafgif te (het ontladen) wordt met een op
de wand gemonteerde of in het toestel geïntegreerde
kamertemperatuurregelaar ingesteld. Die kunt u bij ons als
accessoire aanschaffen.
Met de kamertemperatuurregelaar wordt de gewenste
kamertemperatuur ingesteld, aan de hand waarvan vervolgens
de warmteafgifte via de ventilator wordt geregeld, zodat de
ingestelde kamertemperatuur constant blijft.
Dit lezen!
Bij extreem lage buitentemperaturen is het raadzaam
de kamertemperatuurregelaar bij afwezigheid
meerdere dagen ingeschakeld te houden om de
kamertemperatuur bijvoorbeeld op ong. 10 °C te
handhaven, zodat het gebouw, resp. de ruimte niet
te veel afkoelt (als bescherming tegen vorstgevaar).
www.stiebel-eltron.com
5.
Reiniging, verzorging en onderhoud
Als er een lichte bruinachtige verkleuring optreedt op de
behuizing van het toestel, dient u deze meteen met een vochtige
doek en een warm sopje af te nemen. Reinig het toestel als
het is afgekoeld, met de klassieke onderhoudsproducten.
Vermijd schurende en bijtende onderhoudsproducten. Spuit geen
reinigingsspray in de luchtspleten.
5.1
Reinigen van de pluizenzeef
Belangrijke opmerking
Maak de pluizenzeef in het luchttoevoerrooster
regelmatig schoon. Dat zorgt voor een storingvrij
ontladen van het toestel. Schakel bij een verstopte
pluizenzeef de ventilator uit.
Ga als volgt te werk om de pluizenzeef schoon te maken:
»
Trek het luchttoevoerrooster aan de onderkant naar voren uit de
veerklemmen en til het uit de bovenste vergrendeling.
Luchttoevoerrooster verwijderen
»
Druk de pluizenzeef, bijvoorbeeld met een schroevendraaier, uit
het rooster en maak hem schoon met een borstel, stofzuiger of
iets dergelijks.
Pluizenzeef uit- en inbouwen
1
1
Luchttoevoerrooster
2
Pluizenzeef
»
Zet de pluizenzeef weer terug in het rooster en laat hem achter
de noppen vastklikken
ETW 120, 180, 240, 300, 360, 420, 480 electronic |
2
69