ENTER:
RESET:
TTL/RESET (total reset): Alle waardes terugzetten naar '0'.
Specificaties
SCAN: toont afwisselend de volgende functies: WATTS/CALORIES (Watt/calorieën) en RPM/SPEED
(omwentelingen per minuut/snelheid)
R.P.M. (ROTATIONS PER MINUTE) (OMWENTELINGEN PER MINUUT): 0 – 999 omwentelingen
SPEED (SNELHEID): 0,0 – 99,9 km per uur
TIME (TIJD): 00:00 – 99:59 minuten
DISTANCE (AFSTAND): 0,0 – 99,99 km
CALORIES (CALORIEËN): 0 – 999 Kcal
WATT: 0 – 999
PULSE (HARTSLAG): 30 – 240 hartslagen per minuut
AGE (LEEFTIJD): 10 – 99 jaar
HEIGHT (LENGTE): 100 – 200 cm
WEIGHT (GEWICHT): 20 – 150 kg
Gebruikersprofiel selecteren en instellen (U0 – U4)
Zodra de computer is ingeschakeld, kunt u een gebruikersprofiel selecteren.
• Selecteer een profiel (U0 – U4) met de + en – toetsen en bevestig met de ENTER‐toets.
Let op: onder profiel U0 kunt u geen instellingen opslaan. Dit kan alleen onder de profielen U1 – U4.
• Stel de waardes geslacht (sex), leeftijd (age), lengte (height) en gewicht (weight) in met de + en –
toetsen en bevestig steeds met ENTER.
• Kies een programma met behulp van de + en – toetsen. Bevestig met ENTER.
• Druk op START/STOP om met de training te beginnen.
Programma's
MANUAL – handmatig instelbaar programma
• Druk op de + of – toetsen om programma MANUAL te selecteren. Bevestig met ENTER.
• U kunt nu de 24 weerstandniveaus instellen met behulp van de + en – toetsen. Bevestig met ENTER.
• U kunt nu de waardes voor tijd (TIME), afstand (DISTANCE) of calorieën (CALORIES) en hartslag
(PULSE) instellen met behulp van de + en – toetsen. Bevestig met ENTER.
Let op: de waardes tijd (TIME), afstand (DISTANCE) en calorieën (CALORIES) kunnen niet alle drie
ingesteld worden. U dient een keuze te maken uit één van deze drie waardes.
• Druk op START/STOP om met de training te beginnen.
• Druk gedurende de training op START/STOP om de training te onderbreken of te beëindigen.
PRESET – voorgeprogrammeerde programma's
U kunt kiezen uit 12 voorgeprogrammeerde programma's.
• Druk op de + of – toetsen om programma PRESET te selecteren. Bevestig met ENTER.
• Selecteer programma P1 – P12 met de + en – toetsen.
1. Het bevestigen van de geselecteerde functie.
2. Het bevestigen van de ingestelde waarde.
Het terugzetten van een bepaalde waarde naar '0'.
15