Aanwijzingen
Beoogd gebruik
Het veiligheidsslot 309N is geschikt voor inbouw in 1- of 2-vleugelige buisframe- of volbladdeuren (doorn-
maat vanaf 55 mm) van metaal, kunststof of hout.
Het dient voor realisatie van een deurvergrendeling in veiligheidsruimten en is toegelaten voor toepassing
op vluchtdeuren conform DIN EN 179 en paniekdeuren conform DIN EN 1125.
· Bij 2-vleugelige vluchtdeuren moet ook de passieve deur als vluchtdeur zijn ontworpen en met een
toegelaten passief slot ("Toebehoren", pagina 140) zijn uitgerust.
· Is de passieve deur niet als vluchtdeur ontworpen, mag het veiligheidsslot 309N alleen in de 2-vleugelige
deur worden ingebouwd, indien de passieve deur veilig en zonder speling kan worden vastgezet en de
loopdeur tegen een aanslagkant sluit.
Bij tweevleugelige deuren met een sponningzijde in het midden en paniekdeursluitingen in elke vleugel
moet die vleugel opengaan, waarbij de paniekdeursluiting bediend wordt. Beide vleugels moeten vrij
openen, wanneer de beide paniekdeursluitingen tegelijkertijd worden bediend. Daarvoor kan het noodza-
kelijk zijn dat een meenemerklep wordt gemonteerd.
Bij tweevleugelige deuren met sponningzijde in het midden en deursluiter moet de juiste sluitvolgorde
van de deur veiliggesteld zijn, anders is met name de correcte werking van een brand- of rookwerende
deur niet gegarandeerd. Eventueel moet een sluitvolgorderegelaar zijn gemonteerd.
Het is toegelaten voor toepassing op brandwerende deuren (rookwerende deuren). Alle toepasselijke
bepalingen voor de toelating van brandwerende deur moeten worden nageleefd.
Het veiligheidsslot 309N mag uitsluitend in onberispelijk werkende deursystemen worden ingebouwd. Alle
toepasselijke voorschriften voor het complete deursysteem moeten worden nageleefd.
Het slot is geschikt voor inbouw volgens deze montagehandleiding en voor gebruik volgens de functie- en
werkingsbeschrijving.
Het veiligheidsslot 309N is geschikt voor intensief gebruikte deuren, waar de animo voor zorgvuldigheid
gering is en derhalve een risico van ongevallen of misbruik bestaat.
Elk verdergaand gebruik geldt als oneigenlijk, niet toegelaten gebruik.
NL
121