Ingebruikname
Q
De netspanning moet overeenstemmen met de ge-
gevens op het typeplaatje van het apparaat. Met
230 V ~ gekenmerkte apparaten kunnen ook met
220 V ~ worden bediend.
In- en uitschakelen
Q
Tijdens het gebruik kunt u kiezen uit puls- en conti-
nubedrijf.
Pulsbedrijf inschakelen
j
Druk eenmaal op de aan- / uitschakelaar
Pulsbedrijf uitschakelen
j
Laat de aan- / uitschakelaar
continubedrijf inschakelen
j
Druk op de aan- / uitschakelaar
de schakelaar in ingedrukte toestand met de
vastzetschakelaar
continubedrijf uitschakelen
j
Druk op de aan- / uitschakelaar
weer los.
Sabelzaag veilig gebruiken
Q
U kunt de voetplaat
7
werkstuk aan te passen en een veilige steun te heb-
ben. De voetplaat moet altijd tegen het werkstuk
liggen wanneer het apparaat in bedrijf is.
Werkinstructies voor het zagen
Q
J
Controleer het te bewerken materiaal op vreemde
voorwerpen zoals spijkers, schroeven enz. en
verwijder deze.
J
Let op dat de ventilatiegleuven niet worden af-
gedekt.
J
Schakel het apparaat in en plaats het pas daarna
tegen het werkstuk.
J
Schakel het apparaat per omgaande uit wanneer
3
los.
3
en vergrendel
3
.
2
en laat hem
3
draaien om hem aan het
het zaagblad klem raakt.
Spreid de reeds gezaagde spleet met een ge-
schikt gereedschap en trek de sabelzaag eruit.
j
Pas het zaagblad, het aantal slagen en de
pendelslag aan het te bewerken materiaal aan.
j
Voor iedere toepassing van uw sabelzaag zijn
geoptimaliseerde zaagbladen in verschillende
lengtes in de handel verkrijgbaar.
j
Zaag het materiaal met een gelijkmatige snelheid.
Vlak afsluitend zagen
Met flexibele zaagbladen en de dienovereenkomstige
.
lengte kunt u uitstekende werkstukken zoals bijv. buizen
direct aan de wand afzagen (zie ook afb. D).
Ga als volgt te werk:
1. plaats het zaagblad direct tegen de wand.
2. buighet zaagblad door zijwaartse druk op de
sabelzaag zodanig dat de voetplaat
de wand ligt.
3. schakel het apparaat in zoals beschreven en
zaag het werkstuk met constante druk af.
Insteekzagen
VOORZIcHTIG! GEVAAR VOOR TERuGSLAG!
Insteeksneden mogen alléén in zachte materialen
(hout e.d.) worden uitgevoerd.
Ga als volgt te werk:
1. plaats de sabelzaag met de onderzijde van de
voetplaat
7
paraat in.
2. kantel de sabelzaag naar voren en steek met
het zaagblad in het werkstuk.
3. zet de sabelzaag verticaal en zaag verder
langs de zaaglijn.
Opmerking: het gebruikte zaagblad mag niet
langer zijn dan 150 mm!
Ingebruikname
op het werkstuk. Schakel het ap-
tegen
7
NL
37