Onderhoud
OPGEPAST
Als de motor tijdens het onderhoud wordt gekanteld, moet de
brandstoftank leeg zijn en moet de bougiekant omhoog wijzen. Als de benzinetank
niet leeg is of als de motor een andere kant op wordt gekanteld, kan starten lastig
worden omdat het luchtfilter en/of de bougie dan vervuild kan zijn door olie of
benzine.
WAARSCHUWING
Wanneer er onderhoud wordt uitgevoerd waarvoor de unit gekanteld moet worden,
dient de brandstoftank leeg te zijn, anders kan er brandstof uitlekken, wat kan leiden
tot brand en explosie.
Wij adviseren dat u voor al het onderhoud en alle service aan de motor en de
motoronderdelen een geautoriseerde Briggs & Stratton-dealer raadpleegt.
OPGEPAST
Alle componenten die zijn gebruikt om deze motor te bouwen moeten
op hun plaats blijven voor een juiste werking.
WAARSCHUWING
Onbedoelde vonkvorming kan resulteren in brand of een elektrische schok.
Onbedoeld starten kan leiden tot beknelling, amputatie of rijtwonden.
Brandgevaar
Vóór het uitvoeren van afstellingen of reparaties:
• Maak de bougiekabel los en houd de kabel op veilige afstand van de
ontstekingsbougie.
• Ontkoppel de accu bij de negatieve aansluiting (alleen motoren met elektrostart).
• Gebruik alleen correct gereedschap.
• Verander niets aan regulateurveren, verbindingsstangen of andere onderdelen om
het motortoerental te verhogen.
• Vervangende onderdelen moeten identiek zijn aan en op dezelfde positie worden
geïnstalleerd als de originele onderdelen. Andere onderdelen zullen minder goed
werken, kunnen de eenheid beschadigen en kunnen letsel veroorzaken
• Sla niet met een hamer of hard voorwerp tegen het vliegwiel omdat het vliegwiel
anders later tijdens bedrijf kan barsten.
Bij het testen op vonkvorming:
• Gebruik een goedgekeurde bougietester.
• Controleer niet op vonkvorming wanneer de bougie verwijderd is.
Onderhoud aan de emissieregeling
Onderhoud, vervanging en reparatie van de apparatuur en systemen voor
de emissieregeling mogen worden uitgevoerd door een persoon of bedrijf
gespecialiseerd in de reparatie van niet op de weg gebruikte motoren. Het
onderhoud van de emissieregeling kan zonder kosten worden uitgevoerd door een
erkende dealer. Zie de verklaringen voor emissieregeling.
Onderhoudsschema
Na de eerste 5 uur
• Olie verversen
Iedere 8 uur of dagelijks
• Controleer het oliepeil van de motor.
• Reinigen rond geluiddemper en bedieningselementen
• Luchtinlaatrooster reinigen
Iedere 100 uur of jaarlijks
• Onderhoud uitlaatsysteem
• Olie verversen in de reductie-unit (indien hiermee uitgerust - afbeelding 21, 23)
Iedere 200 uur of jaarlijks
• Motorolie verversen
• Luchtfilter reinigen
1
Om de 600 uur of om de 3 jaar
• Vervang het luchtfilter
Jaarlijks
• De bougie te vervangen
• Brandstofsysteem onderhouden
• Koelsysteem onderhouden
1
• Klepspeling controleren
2
1
Vaker reinigen onder stoffige omstandigheden of wanneer zich veel zwevend
vuil in de omgeving bevindt.
2
Alleen nodig bij problemen met de prestaties van de motor.
Carburateur en motortoerental
Stel de carburateur of het motortoerental nooit af. De carburateur is in de fabriek
afgesteld voor een efficiënte werking onder de meest gangbare omstandigheden.
Verander niets aan de regulateur, koppelingen of andere onderdelen om het
motortoerental te verhogen. Als er afstellingen moeten worden uitgevoerd, neem contact
op met een erkende Briggs & Stratton-servicedealer.
OPGEPAST
De fabrikant van de apparatuur heeft het maximale toerental voor de
motor zoals geïnstalleerd in de apparatuur gespecificeerd. Overschrijd dit toerental
niet. Als u niet weet wat het maximale toerental van de apparatuur is of waarop het
motortoerental in de fabriek is ingesteld, neem contact op met een erkende Briggs
& Stratton-servicedealer. Voor een veilige en juiste bediening van de apparatuur
mag het motortoerental uitsluitend worden afgesteld door een gekwalificeerde
servicemonteur.
Voer onderhoud uit aan de bougie.
Zie Afbeelding 17
Controleer de elektrodeafstand (A, Afbeelding 17) met een draadkaliber (B). Stel
zonodig de afstand bij Installeer de bougie en draai deze vast met het aanbevolen
aanhaalkoppel Zie voor afstelling van de elektrodeafstand en het aanhaalkoppel het
deel Specificaties .
Opmerking: *In sommige gebieden schrijven plaatselijke wetten het gebruik voor
van weerstandsbougies om ontstekingssignalen te onderdrukken Indien deze motor
origineel was uitgerust met een weerstandsbougie, gebruik dan voor vervanging
hetzelfde type bougie.
Onderhoud aan het uitlaatsysteem
WAARSCHUWING
Draaiende motoren produceren warmte. Motoronderdelen, vooral
geluiddempers, worden zeer heet.
Ernstige brandwonden kunnen optreden bij contact.
Brandbaar vuil, zoals bladeren, gras en hout, kan in brand vliegen.
• Laat geluiddemper, motorcilinder en koelvinnen afkoelen voordat u ze aanraakt.
• Verwijder brandbare stoffen die zich in en rondom de geluiddemper en cilinder
hebben opgehoopt.
• Overeenkomstig de California Public Resource Code Section 4442 is het
verboden de motor te gebruiken in of in de buurt van bos-, kreupelhout- of
grasgebied tenzij het uitlaatsysteem is uitgerust met een vonkenvanger, zoals
gedefinieerd in Section 4442, die in goede staat wordt gehouden. In andere
deelstaten of landen gelden mogelijk vergelijkbare wetten. Neem contact op met
de oorspronkelijke fabrikant, detailhandelaar of dealer voor een vonkenvanger die
ontworpen is voor het uitlaatsysteem dat op uw machine is geïnstalleerd.
Verwijder brandbare stoffen die zich in en rondom de geluiddemper en cilinder
hebben opgehoopt. Inspecteer de uitlaat op barsten, corrosie of andere beschadiging
Verwijder de vonkenvanger, als de machine hiermee is uitgerust en inspecteer deze
op beschadiging of koolverstopping Als u beschadigingen aantreft, installeer dan
vervangingsonderdelen voordat u het apparaat weer gebruikt.
WAARSCHUWING
Vervangende onderdelen moeten identiek zijn aan en op dezelfde positie worden
geïnstalleerd als de originele onderdelen. Andere onderdelen zullen minder goed
werken, kunnen de maaier beschadigen en kunnen letsel veroorzaken
Motorolie verversen
Zie afbeelding: 18, 19, 20
Gebruikte olie is een gevaarlijk afvalproduct en moet op de juiste manier worden
afgevoerd. Voer het niet met het huishoudelijk afval af. Raadpleeg de plaatselijke
autoriteiten, het servicecentrum of uw dealer voor bedrijven die het afval veilig kunnen
afvoeren/recyclen.
89