3.1 Functies van de toetsen
1
On/off
2
Motor
Keuze
3
Bevestiging
4
= Motorsnelheid
Bediening
verhogen
= Motorsnelheid
verlagen
Uitschakelen
Om te kunnen uitschakelen moeten alle lichtjes op
de afstandsbediening uit zijn!
1x
= Naloopstand
2x
(niet tippen) = toestel uit
3.2 Afzuiging
Inschakelen afzuiging
Druk op de toets
.
De drie leds boven de symbolen knipperen 1x.
Uitschakelen met naloopstand
De leds op de afstandsbediening dienen eerst uit te zijn
Druk 1x op de toets
De verlichting schakelt om naar de sfeermodus en de
Aan/Uit
Symbolen
Bediening
Functioneel licht
Sfeerlicht
Kort indrukken
= keuze bevestigen
Kort indrukken
= verlichting aan
Kort indrukken
= verlichting uit
Lang indrukken
= lichtintensiteit
feller
Lang indrukken
= lichtintensiteit
dimmen
warmlicht
koud licht
eerste witte led op de afzuigkap van de motorsnelheid
knippert. Bij recirculatie blijft de motor 30 min nadraai-
en. Bij afvoer naar buiten blijft de motor 10 min nadraai-
en. Na deze tijd schakelt de motor uit. De verlichting
blijft in de sfeermodus branden.
Uitschakelen zonder naloopstand
De leds op de afstandsbediening dienen eerst uit te zijn
Druk 2x op de toets
. Let op, doe dit niet tippend.
Maak bij recirculatie gebruik van de nalooptijd van 30
minuten, zodat de kookgeuren goed opgenomen kun-
nen worden in het monoblock filter.
Auto-Stop
Om te vermijden dat de afzuigkap aan zou blijven
staan, wordt de motor automatisch na 3 uur uitgescha-
keld (enkel indien tijdens die 3 uur de bediening niet
werd gewijzigd). De verlichting zal in de sfeermodus
blijven branden.
Motorsnelheid
- Regelen van de motor: Selecteer de toets
Hierna kan de snelheid aangepast worden.
- Snelheid verhogen: Druk op de toets
- Snelheid verlagen: Druk op de toets
De snelheid van de motor is regelbaar in 4 standen. Af-
hankelijk van de dampvorming tijdens het koken kiest u
de gewenste stand.
De motor beschikt over een thermocontact, dat
bij oververhitting de motor uitschakelt. Na afkoeling
zal de motor weer inschakelen. Het vaststellen van de
oververhitting is noodzakelijk. Dit kan bijvoorbeeld zijn
door vlam in de pan, de waaier van de motor wordt ge-
blokkeerd of er is een voorwerp in de uitblaasopening
is gekomen waardoor deze gedeeltelijk of volledig is
afgesloten.
3.3 Verlichting
Voor de verlichting heeft u de keuze tussen kookmodus
en sfeermodus.
Kookmodus
De kookmodus is de verlichting die gebruikt wordt om
optimaal te kunnen koken.
- Inschakelen van de kookmodus
Selecteer de toets
.
De led boven het symbool licht op.
- Bevestigen kookmodus
Druk kort op de toets
.
Ter bevestiging zie je de led boven het symbool kort
maar snel knipperen.
Vervolgens is de kookmodus volledig geactiveerd en
kunnen de onderstaande functies worden gewijzigd.
- In- en uitschakelen kookmodus
De kookverlichting volledig in of uit schakelen doet
men door kort de
of
toets in te drukken.
NL 3