14. Verhelpen van storingen
Storing
Motor functioneert niet.
De motor draait langzaam en
bereikt de bedrijfsnelheid niet.
Motor maakt te veel lawaai.
Motor haalt volledige
vermogen niet.
Motor oververhit snel.
Verminderd snijvermogen bij
het zagen.
Zaagsnede is ruw of gebogen. Zaagblad stomp, tandvorm niet geschikt
Werkstuk scheurt of splintert.
Mogelijke oorzaak
Motor, kabel of stekker defect, zekeringen
doorgebrand.
Spanning te laag, wikkelingen beschadigd,
condensator doorgebrand.
Wikkelingen beschadigd, motor defect.
Stroomcircuits in het netwerk overbelast
(lampen, andere motoren,...)
Overbelasting van de motor, onvoldoende
koeling van de motor.
Zaagblad te klein (te vaak geslepen).
voor de materiaaldikte.
Snijdruk te hoog resp. zaagblad niet
geschikt voor de toepassing.
Oplossing
Machine door vakman laten controleren.
Repareer de motor nooit zelf! Gevaar! Zekeringen
controleren, evt. vervangen.
Laat de spanning door een elektricien
controleren. Laat de motor door een vakman
controleren. Laat de motor door een vakman
vervangen.
Laat de motor door een vakman controleren.
Gebruik geen andere machines of motoren in
hetzelfde stroomcircuit.
Verhinder overbelasting van de motor tijdens het
zagen, verwijder stof van de motor zodat deze
optimaal gekoeld wordt.
Stel de eindaanslag van het zaagaggregaat
opnieuw in.
Slijp het zaagblad resp. gebruik een geschikt
zaagblad.
Gebruik een geschikt zaagblad.
BE-VLG
149