Troubleshooting
Mechaniek/pompgedeelte
Probleem
E = 0X wordt weergege-
ven.
Gering pompvermogen
Vertaling van de originele handleiding
Wat controleren?
Wanneer de controle OK is, ga dan verder
na de volgende controle
Er is een storing aanwezig.
Sproeikop versleten
Sproeikop verstopt.
Verfemmer is leeg, apparaat zuigt lucht
aan.
Aanzuigzeef verstopt.
Inlaatventiel in de inlaatventielbehuizing
en uitlaatventiel in de zuiger dichten niet
goed af of hangen vast. Evt. door vervuilde
verf of opgedroogde verfresten door slechte
reiniging.
Apparaatfilter of pistolenfilter is verstopt of
vervuild.
Bypass-ventiel is niet dicht, apparaat wordt
niet uitgeschakeld.
Een lekkage bij de pakkingsmoer wijst
mogenlijk op versleten of beschadigde
afdichtingen.
Zuiger beschadigd.
Lage uitschakeldruk. Apparaat bereikt de
ingestelde druk niet en schakelt te vroeg
uit.
Zuigerafdichtingen zijn versleten of bescha-
digd
O-ring in pomp versleten of beschadigd.
Verstopte inlaatventiel-behuizing.
Sterke drukdaling in de slang bij zwaar
spuitmateriaal.
Verlengkabel op correcte grootte contro-
leren.
Koolborstels en aansluitingen de motor zijn
losgekomen.
Versleten koolborstels. (De koolborstels
moeten minimaal 13 mm lang zijn).
1. Voor controle of reparatie de procedure voor dru-
kontlasting uitvoeren.
2. Voor de demontage van de eenheid alle mogelijke
problemen en oorzaken onderzoeken.
Wat te doen?
Wanneer de controle niet OK is, neem deze
kolom in acht
Fouten oplossen volgens "Elektriciteit".
De procedure voor drukontlasting uitvoeren,
vervolgens sproeikop vervangen. Zie afzon-
derlijke gebruiksaanwijzing voor spuitpistool
of sproeikop.
Laat de druk af. Sproeikop controleren en
reinigen
Emmer vullen en opnieuw aanzuigen.
Verwijderen en reinigen, evt. vervangen.
Inlaatklep verwijderen en reinigen. Koge-
ls en zittingen op inkepingen controleren;
indien nodig vervangen. Verf vóór de ver-
werking zeven om deeltjes te verwijderen
en apparaat grondig reinigen na gebruik
Filter reinigen.
De procedure voor drukontlasting uitvoeren,
vervolgens ventiel vervangen.
Pakkingsmoer net zo lang vastdraaien tot-
dat de lekkage is gestopt. Als de moer niet
verder kan worden vastgedraaid, verftrap
vervangen.
Pomp vervangen.
De drukinstelknop volledig links- of
rechtsom draaien. Controleer of de dru-
kinstelknop correct is gemonteerd en op
rechtsaanslag kan worden gezet. Als het
probleem blijft bestaan, de druksensor ver-
vangen.
Verftrap vervangen.
Verftrap vervangen.
Inlaatklep reinigen.
De totale lengte van de slang moet worden
verminderd. Materiaalviscositeit reduceren.
Zie "Verlengkabel".
Klemschroeven vastdraaien. Koolborstels
vervangen wanneer de kabels beschadigd
zijn.
Koolborstels vervangen.
68