Legen Van Het Apparaat; Normaal Onderhoud - Ariston 200 Mode D'emploi

warmtepompboiler – GEBRUIKSAANWIJZIGEN EN ONDERHOUD T.B.V. DE GEBRUIKER
H6 Storing luchtsonde
H7 Storing sonde verdamper
Storing sonde
H8
warmwaterleiding
H9 Storing ontdooien actief
F1 Storing elektronische kaart
Te hoog aantal ON/OFF
F2
(RESET)
Geen communicatie tussen
F3 elektronische kaart en
interface
Reservoir leeg (EMPTY)
F4 circuit anode met
stroompodruksysteem open
Circuit anode met
F5 stroomopdruksysteem in
kortsluiting
8. ONDERHOUD voor geautoriseerd personeel
WAARSCHUWING! Let op de algemene waarschuwingen en veiligheidsvoorschriften die in de
vorige leden en zich strikt aan de aanwijzingen daarin.
Alle ingrepen en onderhoudsactiviteiten moeten door erkende installateurs worden uitgevoerd (installateurs
die in het bezit zijn van de rekwisieten die door de geldende normen worden vastgesteld).
Na gewoon of buitengewoon onderhoud, is het raadzaam om het reservoir te reinigen om eventuele resterende
verontreinigingen te verwijderen.

8.1 Legen van het apparaat

U dient het apparaat te legen indien het lange tijd ongebruikt en/of in een vertrek wordt geplaatst waar het mogelijk kan
vriezen en/of als de boiler lang niet gebruikt wordt.
Als dit nodig is kunt u het apparaat zoals volgt legen:
schakel het apparaat los van het elektriciteitsnet
-
sluit de stopkraan af indien deze is gemonteerd. Als dit niet het geval is sluit u de hoofdwaterkraan af.
-
open de warmwaterkraan (wastafel of badkuip)
-
open de kraan op de veiligheidsgroep (voor landen die EN 1487 hebben overgenomen) of de kraan op de "T"-
-
verbinding, zoals beschreven in par. 4.4.

8.2 Normaal onderhoud

We raden u aan de verdamper jaarlijks te reinigen om stof en brokstukken te verwijderen.
Voor toegang tot de verdamper, die zich op de externe eenheid bevindt, moeten de bevestigingsschroeven van het
beschermingsrooster verwijderd worden.
Reinigen met een flexibile borstel en uitkijken dat u de ventilator niet beschadigt. In het geval dat u gebogen lamellen
tegenkomt, deze door middel van een speciale kam (tussenruimte 1,6mm) weer rechttrekken.
Controleer of de buis voor de condensafvoer niet verstopt is.
Controleer of de roosters en de kanalisering perfect schoon zijn.
Controleer de correcte aansluiting en plaatsing
ON OFF
Controleer de correcte aansluiting en plaatsing
ON OFF
Controleer de correcte aansluiting en plaatsing
ON OFF
Controleer de werking of vervang eventueel de
gasklep met 4 aansluitingen klep. Controleer
OFF (T
ON of de ventilator niet defct is. Controleer of de
lucht <5°C)
verdamper, de kanalen of de roosters proper
zijn
Probeer het apparaat eerst uit en daarna weer
OFF OFF
OFF OFF Schakel tijdelijk het product en de batterijen uit
Probeer het apparaat eerst uit en daarna weer
OFF OFF
Controleer de aanwezigheid van water in het
OFF OFF reservoir, controleer of vervang eventueel de
Controleer of vervang eventueel de anode met
ON ON
52
en vervang eventueel de sonde.
en vervang eventueel de sonde.
en vervang eventueel de sonde.
in te schakelen. Controleer eventueel de
werking van de kaarten
in te schakelen. Controleer eventueel de
werking van de kaarten of vervang deze
anode met stroomopdruksysteem
stroomopdruksysteem