NL
3.3.2 Sensoren
Het apparaat heeft meerdere
veiligheidssensoren. Hij schakelt
na het uitschakelen door een
veiligheidssensor niet automa-
tisch weer in. De foutmelding
wordt op het display weergege-
ven en moet bevestigd worden.
De reden voor de activering van
de sensor moet worden verhol-
pen.
Hefsensor
Als het apparaat tijdens de wer-
king aan het huis wordt opgetild,
wordt de rijaandrijving uitgescha-
keld en de snijmessen worden
gestopt.
Stootsensoren voor
obstakelherkenning
Het apparaat is uitgevoerd met
sensoren die er bij contact met
een obstakel voor zorgen dat de
rijrichting wordt aangepast. Wan-
neer het apparaat tegen een ob-
stakel aanstoot, verschuift het
bovendeel van de behuizing iets
en de stootsensor wordt geacti-
veerd.
Hellingsensor in rijrichting/
zijkant
Als er in rijrichting een helling of
een daling of een schuine zij-
waartse stand van 24° (45 %)
wordt bereikt, keert het apparaat
om of verandert van rijrichting.
72
Regensensor (Robolinho
700/1200/2000)
Het apparaat is uitgevoerd met
een regensensor die in geacti-
veerde hoedanigheid bij regen
de maaibeurt onderbreekt en er-
voor zorgt dat het apparaat te-
rugrijdt naar het basisstation.
OPMERKING Het apparaat
kan betrouwbaar in de buurt van
andere robot-grasmaaiers wor-
den gebruikt. Het in de begren-
zingskabel gebruikte signaal vol-
doet aan de door EGMF (Euro-
pean Garden Machinery Federa-
tion) vastgelegde standaards
wat betreft de elektromagneti-
sche emissies.
3.4 Veiligheidsinstructies
3.4.1 Gebruiker
■
Jongeren van jonger dan 16
jaar, personen met lichamelij-
ke, sensorische of geestelijke
beperkingen of met onvol-
doende ervaring en kennis en
personen die de gebruiksaan-
wijzing niet kennen, mogen
het apparaat niet gebruiken.
Neem eventueel van toepas-
sing zijnde nationale veilig-
heidsvoorschriften omtrent de
minimum leeftijd van de ge-
bruiker in acht.
Veiligheid
Robolinho