3
Horizontaal en verticaal nivelleren
Deactiveer de transportbeveiliging en zet de schuifschakelaar (2) op ‚ON'.
De horizontale laserlijn verschijnt. Met behulp van de keuzetoets kunnen
de laserlijnen afzonderlijk worden geschakeld.
LASER
Voor de horizontale en verticale nivellering moet de transportbeveiliging
!
gedeactiveerd zijn. Zodra het apparaat zich buiten het automatische
nivelleerbereik van 3° bevindt, knipperen de laserlijnen. Positioneer het
apparaat zodanig dat het zich binnen het nivelleerbereik bevindt.
4
Neigingsmodus
Deactiveer de transportbeveiliging niet, zet de schuifschakelaar (2) op ‚OFF'.
Selecteer de laser met de keuzetoets (9). Nu kunnen schuine vlakken en
neigingen worden aangelegd. In deze modus worden de laserlijnen niet
meer automatisch uitgelijnd. Dit wordt gesignaleerd door de knipperende
laserlijnen.
LASER
LASER
LASER
LASER
LASER
X3-Laser
LASER
LASER
LASER
27
NL