Gebruiksvoorschriften - ST. SpA F 72FL Manuel D'utilisation

Table des Matières

Publicité

Les langues disponibles
  • FR

Les langues disponibles

gezet (zie 5.2).
–    D oor de snij-inrichtingen uit te schakelen 
(Stand «A») wordt er een rem in werking gezet 
die binnen enkele seconden het draaien van 
de messen stopt.
4.7 REGELAAR MAAIHOOGTE
(Afb. 4.1 n.7)
Deze hendel heeft zeven standen, «1» t/m «7», 
die op de desbetreffende sticker staan aange-
geven en overeenkomen met dezelfde aantal 
maaihoogtes tussen 3 en 8 cm.
Om van de ene positie naar de andere over te 
gaan, moet u de hendel zijdelings verplaatsen 
en hem in één van de zeven stopstanden zetten.
4.8 PEDAAL TOELATING SNIJDEN BIJ
ACHTERUITVERSNELLING
(Afb. 4.1 n. 8)
Houd het pedaal ingedrukt om achteruit te rijden 
met de snij-inrichtingen ingeschakeld, zonder 
dat de motor stopt. 
4.21 REMPEDAAL (Afb. 4.2 n.21)
Dit pedaal stelt de rem van de achterwielen in 
werking.
4.22 REGELAAR SNELHEID(Afb. 4.2 n.22)
Deze hendel dient ervoor om de aandrijving 
naar de wielen in te schakelen en de snelheid 
van de machine zowel in de voor- als in de ach-
teruitversnelling te regelen. 
–    D e snelheid in de vooruit versnelling van de 
machine neemt geleidelijk toe naarmate de 
hendel in de richting «F» geschoven wordt; de 
achteruitversnelling wordt ingeschakeld door 
de hendel in de richting «R» te drukken.
–    D e terugkeer naar de vrije stand «N» gebeurt 
automatisch wanneer de rempedaal ingedrukt 
wordt (4.21) of kan handmatig gebeuren, wan-
neer de pedaal niet ingedrukt is.
BELANGRIJK De hendel wordt in de stand
«N» vergrendeld wanneer de handrem (3) inge-
schakeld wordt en kan niet verplaatst worden
zolang de rem niet uitgeschakeld wordt en de
pedaal niet losgelaten wordt.
4.23 ONTGRENDELING VAN DE
HYDROSTATISCHE AANDRIJVING
(Afb. 4.3 n.23)
Deze hendel heeft twee standen die op de des-
betreffende sticker staan aangegeven:
«A»  =    A andrijving ingeschakeld: voor alle ge-
bruikscondities, tijdens het rijden en het 
maaien;
«B»  =    A andrijving ontgrendeld: vermindert 
aanzienlijk de kracht die nodig is om de 
machine, met de motor uitgeschakeld, 
met de hand te verplaatsen.
BELANGRIJK Teneinde te voorkomen dat de
aandrijfunit beschadigd wordt, mag deze opera-
tie alleen worden uitgevoerd met een stilstaande
motor, met de hendel (4.22) in de stand «N».

5. GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN

5.1 VEILIGHEIDSADVIEZEN
LET OP!
Als er verwacht wordt de ma-
chine voornamelijk op hellende terreinen
(max. 10%) te gebruiken dan is het verstan-
dig tegengewichten (op aanvraag leverbaar
(zie 8.1) onder het dwarsprofiel van de
voorwielen te monteren, waardoor de stabi-
liteit aan de voorkant verhoogd wordt en de
mogelijkheid dat de machine gaat steigeren
zich beperkt.
BELANGRIJK Alle verwijzingen met betrek-
king tot de bedieningsposities worden weergege-
ven in hoofdstuk 4.
5.2 FUNCTIES VAN DE
VEILIGHEIDSMECHANISMEN
De veiligheidsmechanismen hebben twee func-
ties:
–    z e voorkomen de start van de motor als de 
veiligheidsmaatregelen niet in acht zijn ge-
nomen;
–    z e stoppen de motor als er ook maar een en-
kel veiligheidsconditie wegvalt. 
a)   O m de motor te starten is het in ieder geval 
nodig dat:
–    d e koppeling in de "vrije" stand staat;
–    d e snij-inrichtingen uitgeschakeld zijn;
–    d e bediener op de machine zit;
b) De motor stopt wanneer:
–    d e bediener de stoel verlaat;
–    d e opvangzak wordt opgetild met de snij-
inrichtingen ingeschakeld;
– de handrem wordt ingeschakeld zonder de 
snij-inrichtingen te hebben uitgeschakeld.
–    d e snij-inrichting wordt ingeschakeld zonder 
dat eerst de opvangzak aangebracht werd;
–    d e handrem wordt ingeschakeld zonder de 
snij-inrichting te hebben uitgeschakeld.
–    d e aandrijvingshendel (zie 4.22) gebruikt 
wordt met de parkeerrem ingeschakeld.
5.3 UIT TE VOEREN WERKZAAMHEDEN
9

Publicité

Table des Matières
loading

Table des Matières