Ingebruikneming, kalibratie, meting
Kalibratie
Vóór de eerste meting met de DO-100 moet de elektrode met elektrolyt
gevuld en het apparaat gekalibreerd worden. Ga als volgt te werk:
- Vul het elektrolyt in de elektrode (zie het gedeelte "Vervangen van elektro-
lyt en elektrodekop".
- Steek de verbindingsstekker van de elektrode in de opening „PROBE
INPUT" aan de bovenkant van het meetapparaat en vergrendel de verbin-
dingsstekker met de „LOCK-ON" schuifschakelaar van de DO-100. De
elektrode is vergrendeld als de „LOCK-ON" schuifschakelaar zich in de
rechteraanslag (van voren bekeken) bevindt.
- Schakel de DO-100 in door op de toets „POWER" te drukken.
- Druk na de korte initialiseringsfase van de DO-100 op de toets „mg/l/O
naar het meetbereik „%O
- Druk nu één keer op de toets „ZERO". Op het display verschijnt „0,0 %O
Na korte tijd wordt er een meetwaarde (zuurstofgehalte in de lucht) weer-
gegeven.
- Wacht ca. 5 minuten tot de meetwaarde zich gestabiliseerd heeft en niet
meer verandert
- Druk nu op de toets „CAL.". Op het display wordt nu de meetwaarde 20,8
of 20,9 %O
2
weergegeven. Dit is het typische zuurstofgehalte in de lucht en
wordt daarom als constante voor de kalibratie gebruikt.
Opmerking!
Zorg ervoor, dat de meetelektrode altijd vergrendeld is. De kalibratie dient
altijd in een goed geventileerde ruimte te worden uitgevoerd. De kalibratie
moet na elke vervanging van het diafragma en de elektrolyt worden uitge-
voerd.
Meting
Na de kalibratie kunnen met de DO-100 metingen worden uitgevoerd.
- Verbind de meetelektrode met het meetapparaat zoals beschreven onder
het punt „Kalibratie".
- Schakel de DO-100 in door op de toets „POWER" te drukken.
- Op het display wordt het meetbereik „mg/l" weergegeven. Druk, indien het
meetbereik „%O
„mg/l/O
2
".
2
" te wisselen. Op het display verschijnt „%"O
2
" weergegeven moet worden, één keer op de toets
2
" om
2
".
2
".
31