3. ELEKTRISCHE AANSLUITING OP DE AHU
Wanneer druksensoren worden gemonteerd, moeten ze worden aangesloten op de automatisering van de
AHU. Als in beide luchtstromen drukbehoud nodig is, moeten twee druksensoren worden aangesloten. Afhan-
kelijk van het type automatisering moeten de elektrische aansluitingen strikt volgens schema 3a of 3b worden
uitgevoerd.
De VAV-functie kan ook met slechts één druksensor werken. In dat geval wordt de druk in de luchtstroom
gehandhaafd, waar de druksensor is aangesloten en de ventilator van de andere luchtstroom parallel volgt
(master-slave configuratie). De druksensor wordt alleen op deze automatiseringsklemmen aangesloten, die in
verbinding staan met de luchtstroom waar de sensor is geïnstalleerd.
Voor de aansluiting van de sensor wordt geadviseerd om 3×0,5mm
Toevoer-
luchtdruk-
sensor
1 2 3
Afvoer-
luchtdruk-
sensor
1 2 3
C5
UAB KOMFOVENT behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
VAV-18-11
Afvoer-
luchtdruk-
sensor
1 2 3
Fig. 3a. Aansluitschema druksensor voor C5-automatisering
Toevoer-
luchtdruk-
sensor
1 2 3
Fig. 3b. Aansluitschema druksensor voor C6-automatisering
afgeschermde kabel te gebruiken.
2
31
32
33
34
35
36
C5
hoofdmodule
28
29
30
31
32
33
C6
besturingspaneel
Afvoer-
luchtdruk-
sensor
1 2 3
25