NEC N400i Mode D'emploi page 213

<Wanneer de camera niet in gebruik is>
Geeft aan of het alarm aan staat, het geluid uit staat
en de trilfunctie aan staat.
Geeft aan dat het automatisch starten van een
Java™-applicatie is mislukt.
12
Netwerknaar (in oranje weergegeven wanneer u de
roaming service gebruikt)
13
Wereldklok
14
Lokale tijd
15
Dag van de week
16
Datum
17
Geeft aan dat u het optiemenu kunt gebruiken door
te drukken op .
Geeft aan dat u de telefoonboeklijst kunt gebruiken
door te drukken op .
Geeft aan dat u naar de beeldzoeker van de camera
kunt gaan door te drukken op
beeldzoeker van de videocamera door te drukken op
en deze knop even ingedrukt te houden.1
Geeft aan dat er een Java™ applicatie in gebruik is.
Geeft de bruikbare toetsen weer in zwart wanneer u
de i-mode functie of een Java™ applicatie gebruikt.
2e LCD
1
2
3
4
5
1
Geeft het ontvangstniveau van het signaal aan.
Verschijnt wanneer u zich buiten het dienstengebied
bevindt.
2
Geeft het batterijniveau aan.
Verschijnt tijdens het opladen.
3
Geeft aan dat er één of meerdere nieuwe berichten
in uw telefoon staan.
Geeft aan dat er één of meerdere nieuwe berichten
op het netwerk staan.
Geeft aan dat het SIM-geheugen van uw telefoon vol
is.
Geeft aan dat het Postvak In vol is.
4
(groen)
Geeft aan dat er nieuwe e-mail op de server staat.
, of naar de
(blauw)
Geeft aan dat er nieuwe MMS op de server staat.
(roze)
Geeft aan dat er zowel mail als MMS op de server
staan.
(geel)
Geeft aan dat er een nieuwe e-mail/MMS in uw
telefoon staan.
Geeft aan dat het geheugen voor e-mail/MMS vol is.
5
Geeft aan dat er een nieuw voicemail-bericht op het
netwerk staat (Geen ALS/ALS Lijn 1/2).
6
Geeft aan dat de telefoon in het profiel 'Vergadering'
staat.
6
(rood, groen/rood, groen)
Geeft aan dat de telefoon in het profiel 'Jaszak'
staat.
Geeft aan dat de telefoon in het profiel 'Auto' staat.
Er verschijnt geen icoon wanneer de telefoon in
het profiel 'Normaal' staat.
<Wanneer the 2e LCD wordt gebruik als
beeldzoeker van de camera>
7
8
9
10
7
Geeft aan dat de camera in de enkele of
continumodus staat.
Geeft de videomodus aan.
8
Geeft aan of de zelfontspanner aan staat.
9
Geeft de helderheidsinstelling van de camera aan.
De instelling "+2" is het helderst.
10
Geeft de beeldkwaliteit aan (superfijn, fijn, normaal,
economy of super economy).
Geeft aan dat de video in gebruik is.
ix