OBJ_BUCH-670-002.book Page 53 Monday, August 22, 2011 1:10 PM
Let er bij aankoop van verf, lak en spuitmiddelen op dat deze
niet schadelijk voor het milieu zijn.
Spuitoppervlak voorbereiden
Opmerking: Dek de omgeving van het spuitoppervlak zeer
ruim en grondig af.
Door de spuitnevel wordt de omgeving vuil. Bij toepassing
binnenshuis kunnen alle niet afgedekte oppervlakken vuil
worden.
Het spuitoppervlak moet schoon, droog en vetvrij zijn.
– Ruw gladde oppervlakken op en verwijder vervolgens het
schuurstof.
Geschikte spuitmaterialen en geadviseerde
verdunningen
Let er bij het verdunnen op dat spuitmateriaal en ver-
dunning bij elkaar passen. Bij gebruik van een verkeerde
verdunner kunnen klonters ontstaan die het spuitpistool
verstoppen.
Spuitmateriaal
Houtbeschermingsmiddelen, beits, olie,
lazuurverf, impregneermiddelen, roest-
beschermingsgrondverf
Desinfectiemiddelen, bestrijdings-
middelen tegen plantenziekten, water,
behanglosmaakmiddelen
Met oplosmiddelen of water verdunbare
lakverf, grondverf, radiatorlak, autolak,
dikke lazuurverf
Het gereedschap is niet geschikt voor het verwerken van dis-
persieverf (muurverf).
Neem ook de gebruiksvoorschriften van de fabrikanten van
de spuitmaterialen in acht.
Spuitmateriaal verdunnen
Ga als volgt te werk bij spuitmateriaal dat verdund moet wor-
den:
– Neem de maatbeker 22.
– Roer het spuitmateriaal goed door.
– Vul het reservoir voor spuitmateriaal 11 met voldoende
spuitmateriaal. (zie „Vullen met spuitmateriaal", pagina
53)
– Verdun het spuitmateriaal met 10 % met verdunningsmid-
del. Bijvoorbeeld:
Spuitmateriaal
beginhoeveelheid [ml]
Verdunningsmiddel [ml]
– Roer het spuitmateriaal goed door.
– Spuit bij wijze van proef op een testoppervlak. (zie „Spui-
ten", pagina 53)
Als u een optimaal spuitbeeld krijgt, kan het spuiten begin-
nen.
of
Bosch Power Tools
Als het spuitresultaat niet naar tevredenheid is of als er geen
verf naar buiten komt, gaat u te werk zoals beschreven onder
„Storingen verhelpen" op pagina 55.
Vullen met spuitmateriaal (zie afbeeldingen B1–B2)
– Schroef het reservoir 11 van het spuitpistool los.
– Draai de stijgbuis 10 zodanig dat het spuitmateriaal vrijwel
– Vul het reservoir met spuitmateriaal en schroef het vast op
Ingebruikneming
Geadviseerde
verdunning
onverdund
onverdund
Inschakelen
– Steek de netstekker in het stopcontact.
Minstens 10 %
– Neem het elektrische gereedschap in uw hand en richt het
verdund
Het elektrische gereedschap heeft een bedieningsschakelaar
16 met twee standen. In de eerste stand start de turbine. In
de tweede stand wordt spuitmateriaal aangezogen.
– Druk op de bedieningsschakelaar 16 tot het spuitmateriaal
Uitschakelen
– Laat de bedieningsschakelaar 16 los.
– Trek de netstekker uit het stopcontact.
Tips voor de werkzaamheden
Spuiten (zie afbeeldingen C–D)
Opmerking: Houd rekening met de windrichting wanneer u
het elektrische gereedschap buitenshuis gebruikt.
– Spuit eerst bij wijze van proef en stel het spuitbeeld en de
200
300 400 500
20
30
40
50
– Houd het spuitpistool beslist op een gelijkmatige afstand
– Begin met spuiten buiten het spuitoppervlak.
– Beweeg het spuitpistool afhankelijk van de spuitbeeldin-
– Voorkom onderbrekingen binnen het spuitoppervlak.
Een gelijkmatige beweging van het spuitpistool leidt tot een
gelijkmatige kwaliteit van het oppervlak.
Trek altijd voor werkzaamheden aan het elektrische
gereedschap de stekker uit het stopcontact.
zonder rest kan worden verspoten:
voor spuitwerkzaamheden
naar voren in de richting
aan liggende voorwerpen
van de sproeier
voor spuitwerkzaamheden
naar achteren in de rich-
boven het hoofd
ting van de handgreep
het spuitpistool.
Let op de netspanning! De spanning van de stroombron
moet overeenkomen met de gegevens op het type-
plaatje van het elektrische gereedschap. Met 230 V
aangeduide elektrische gereedschappen kunnen ook
met 220 V worden gebruikt.
Let erop dat het elektrische apparaat tijdens het ge-
bruik geen stof of oplosmiddeldampen kan aanzuigen.
op het spuitoppervlak.
naar buiten komt.
hoeveelheid spuitmateriaal in naar gelang het gebruikte
spuitmateriaal (zie voor instellingen de volgende gedeel-
ten).
van 5 – 15 cm haaks op het te spuiten voorwerp.
stelling gelijkmatig heen en weer of omhoog en omlaag.
Er ontstaat een gelijkmatige oppervlaktekwaliteit als de
banen elkaar 4 – 5 cm overlappen.
Nederlands | 53
1 609 929 Y12 | (22.8.11)