6. HET OPLEGVLAK
Pak met beide handen de onderste rand van de vlakken vast en draai deze naar boven
horizontale stand bereikt hebben.Duw de rand aan de kant van de bak
geblokkeerd is (zie Fig. 4).
7. AANSLUITING OP HET ELEKTRICITEITSNET
1
. Voordat u het apparaat aansluit, controleren of de netspanning en de frequentie overeenkomen met
die, die aangegeven staan op het typeplaatje
stopcontact de volgende technische eigenschappen heeft:
de nominale netspanning, zoals aangegeven op het typeplaatje.
zoals voorgeschreven in de IEC normen: - Contactverbreker (beter bekend als aardlekschakelaar) met In
= nominale waarde, zoals vermeld op het plaatje met de technische gegevens.- Aardlekschakelaar met
Id gevoeligheid = 30mA.
bestaat (AD). . De voedingskabel die op het toestel aangesloten is, is: H05 VVF geschikt voor gebruik
4
binnenshuis. Voor andere installatieplaatsen dient de kabel met een daarvoor geschikt type te worden
vervangen (bijvoorbeeld H07 VVF voor buitengebruik).
geen driewegstekkers en verloopstekkers).
per ongeluk verkeerd is neergezet, dient u deze minstens 3 uur op de juiste stand te laten rusten,
alvorens deze op het elektriciteitsnet aan te sluiten (zie Fig. 5).
8. DE BEDIENING
De bedieningsknoppen van het apparaat zijn te vinden aan de voorkant op een afgeschermd paneel.
1. Schakelaar openen van de koepel:
om deze te openen - Stand O voor de ruststand - Stand I om deze te sluiten
dient om de binnenverlichting aan te doen.
koelinstallatie in werking te stellen.
aan.
Thermostaat:
Deze regelt de temperatuur in het apparaat.
of P"
drukt, wordt de ingestelde temperatuur weergegeven,die gewijzigd kan worden door op toets
6"UP"
of toets
7"DOWN"
9. CONTROLE VAN DE GOEDE WERKING
CONTROLEER DAT: 1.
De stekker in het stopcontact zit. . De schakelaar van de koelinstallatie
ingeschakeld is (groen lampje brandt).
voor de waren. . Er geen zonnestralen of felle lampen rechtstreeks op het apparaat gericht zijn. . De
4
omgevingstemperatuur niet hoger is dan +30ºC - R.V. 55%, waarvoor het apparaat geschikt is
(Klimaatklasse 4). . De binnenkant van het apparaat niet blootstaat aan tocht, veroorzaakt door deuren,
6
ramen, ventilators of luchtgaten van de airconditioning.
10. REINIGING VAN DE BINNENKANT EN DE VERDAMPER
1.
Sluit de elektriciteit.
2.
Indien er zich te veel rijp gevormd heeft of ijsblokken de luchtstroom blokkeren,
dient het apparaat volledig ontdooid te worden.Verwijder de levensmiddelen en leg deze op een plaats
die op dezelfde temperatuur gekoeld is. . Verwijder de stop, die zich aan de achterkant van de machine
bevindt.
4
. Laat de verdamper ontdooien.
verdamper te verwijderen. . Reinig de wanden en de toebehoren met een vochtige spons met water en
natriumbicarbonaat. Kijk hierbij goed uit voor de scherpe koelribben van de verdamper. . Droog alles
zorgvuldig af en zet de stop terug, alvorens het apparaat weer in te schakelen.
Bedieningshandleiding
(A),
dat zich op het apparaat bevindt.
3.
Controleer of er in de ruimte van installatie geen gevaar voor explosie
N.B.
Indien het apparaat tijdens het transport of de opslag
deze dient voor het openen en sluiten van de koepel.- Stand II
3. Schakelaar koelinstallatie:
4. Thermometer:
te drukken (zie Fig. 6)
3
. De thermometer een temperatuur aanduidt die geschikt is
3
N.B
. Gebruik geen puntige voorwerpen om het ijs van de
5
15
(B)
naar beneden totdat elk vlak
a)
Voorzien van aardleiding.
c)
Voorzien van de beschermingen,
5.
Steek de stekker in het stopcontact (gebruik
2. Lichtschakelaar:
Deze dient om de
Deze geeft de temperatuur binnenin het apparaat
a)
Wanneer u éénmaal op toets
2
(A)
tot deze de
2.
Controleer of het
b)
Geschikt voor
Deze
5 "SET
5
6
I
UK
D
E
F
NL
P
S
DK
FIN
B
GR
CZ
EE
LV
LT
H
M
PL
SK
SLO