3. I
NSTELLING
AC-stroom
Montage
Oriëntatie
Installatie
Adressering van de armatuur
3. Instelling
Deze armatuur loopt op 12 VDC, 500 mA. Voor het inschakelen van het apparaat moet u de
uitgang van de stroomtoevoer controleren zeker te weten of het correct is.
Om de stroomvereisten te bepalen voor een bepaalde armatuur kijkt u op het etiket op de
achterplaats van de armatuur of raadpleegt u het specificatiediagram van de armatuur. Het
vermelde spanningsvermogen van een armatuur geeft zijn gemiddelde stroomverbruik aan onder
normale omstandigheden.
·
Sluit de armatuur altijd aan op een schakelcircuit. Sluit de armatuur nooit aan op een
regelweerstand (variabele weerstand) of dimmercircuit, zelfs als het regelweerstand-
of dimmerkanaal alleen wordt gebruikt als een 0 tot 100%-schakelaar.
·
Sluit de armatuur altijd aan op een circuit met een geschikte elektrische aarde.
·
Sluit om onnodige slijtage te verhinderen en de levensduur te verlengen tijdens
periodes van niet-gebruik het product via stroomonderbreker of de stekker volledig
van stroom af.
De Obey™ 4 mag in elke veilige positie worden gemonteerd.
Zie de onderstaande tekening die de achterzijde van de regelaar toont. Het geeft de
montageafmetingen aan. Dit helpt bij het maken van de installatiegaten.
De Obey™ 4 kan tot 4 aparte armaturen aansturen. Elke armatuur moet zijn ingesteld met vooraf
bepaalde DMX-adressen. Zie het onderstaande diagram voor de DMX-startadressen van elk van
de vier <FIXTURES>.
Armatuur 1:
1 - Toewijzing DIP-schakelaar [1]
Armatuur 2:
5 - Toewijzing DIP-schakelaar [1, 3]
Armatuur 3:
9 - Toewijzing DIP-schakelaar [1, 4]
Armatuur 4:
13 - Toewijzing DIP-schakelaar [1, 3, 4]
,
,
65
,