geschikt voor gebruik op plaatsen waar ontplof-
fingsgevaar kan heersen.
Het apparaat is volgens de klimaatklasse
gebouwd voor gebruik bij bepaalde omgevings-
temperaturen. De klimaatklasse van uw appa-
raat vindt u op het typeplaatje.
Aanwijzing
u Respecteer de opgegeven omgevingstempe-
raturen, zoniet vermindert de koelprestatie.
Klimaat-
voor omgevingstemperaturen
klasse
SN, N
tot 32 °C
ST
tot 38 °C
T
tot 43 °C
Een storingsvrije werking van het apparaat is
gewaarborgd tot een minimum omgevingstem-
peratuur van 5 °C.
1.3 Conformiteit
Het koelmiddelcircuit werd op lekkages gecontroleerd. Het
apparaat voldoet in de inbouwstaat aan de van toepassing
zijnde veiligheidsbepalingen en de EG-richtlijnen 2006/95/EG,
2004/108/EG, 2009/125/EG en 2010/30/EU.
Aanwijzing voor keuringsinstituten:
De keuringen moeten worden uitgevoerd volgens de
geldende normen en richtlijnen.
De voorbereiding en keuring van de apparaten moeten met
inachtneming van de beladingsschema's van de fabri-
kant en de aanwijzingen in de gebruiksaanwijzing
worden uitgevoerd.
1.4 Energie sparen
Zorg altijd voor een goede luchttoevoer en -afvoer. Ventila-
-
tieopeningen resp. -roosters niet afdekken.
-
Ventilatorluchtspleten altijd vrij houden.
Stel het apparaat niet op in direct zonlicht en ook niet naast
-
een fornuis, verwarming of dergelijke.
-
Het energieverbruik is afhankelijk van opstellingsomstandig-
heden b.v. de omgevingstemperatuur (zie 1.2) .
-
Open het apparaat zo kort mogelijk.
Hoe lager de temperatuur wordt ingesteld, des te hoger is
-
het energieverbruik.
-
Zet de levensmiddelen soort bij soort. (zie Het apparaat in
vogelvlucht).
Alle levensmiddelen goed verpakt en afgedekt opslaan.
-
Rijpvorming wordt vermeden.
-
Warme gerechten in de kast plaatsen: eerst laten afkoelen
tot kamertemperatuur.
Aanwijzing voor keuringsinstituten:
Om het genormeerde energieverbruik en de bewaarpe-
riode bij een storing te bepalen, moeten de koelaccu's
overeenkomstig het beladingsschema van de fabrikant
worden gerangschikt.
2 Algemene veiligheidsvoor-
schriften
Gevaren voor de gebruiker:
* afhankelijk van model en uitvoering
Algemene veiligheidsvoorschriften
Dit apparaat kan door kinderen vanaf 8 jaar
-
en ouder, evenals door personen met
beperkte fysische, sensorische of mentale
capaciteiten of gebrek aan ervaring en kennis
worden gebruikt, wanneer ze onder toezicht
staan of m.b.t. het veilige gebruik van het
apparaat instructies hebben gekregen en de
daaruit voortvloeiende gevaren begrijpen.
Kinderen mogen niet met het apparaat
spelen. Kinderen mogen het apparaat niet
zonder toezicht reinigen en onderhouden.
Als u het stroomsnoer van het apparaat uit
-
het stopcontact trekt, altijd bij de stekker
nemen. Niet aan het snoer trekken.
Trek, in geval van een storing, de stekker uit
-
het stopcontact of schakel de beveiliging uit.
Beschadig het netsnoer niet. Gebruik het
-
apparaat niet wanneer het netsnoer defect is.
Reparaties, aanpassingen aan het apparaat
-
en het vervangen van het netsnoer alleen
laten uitvoeren door de Technische Dienst of
ander daarvoor opgeleid vakpersoneel.
Het apparaat alleen conform de beschrijving
-
in de handleiding inbouwen, aansluiten en
afvoeren.
Het apparaat alleen in ingebouwde toestand
-
in gebruik nemen.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
-
en geef hem eventueel aan de volgende eige-
naar door.
Brandgevaar:
Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieu-
-
vriendelijk, maar brandbaar. Ontsnappend
koelmiddel kan vlam vatten.
De buisleidingen van het koelmiddelcircuit
•
niet beschadigen.
Binnenin het apparaat geen open vuur of
•
ontstekingsbronnen gebruiken.
Binnenin het apparaat geen elektrische
•
apparaten gebruiken (b.v. stoomreinigers,
verwarmingsapparatuur, ijsmachines enz.).
Wanneer er koelmiddel weglekt: Zorg dat
•
zich geen open vuur of ontstekingsbronnen
in de buurt van de lekkage bevinden.
Ruimte goed ventileren. Contact opnemen
met de Technische Dienst.
Geen explosieve stoffen of spuitbussen met
-
brandbare drijfgassen, zoals b.v. butaan,
propaan, pentaan enz. in het apparaat
bewaren. Zulke spuitbussen zijn herkenbaar
aan de op de verpakking vermelde inhouds-
stoffen of een vlammensymbool. Eventueel
ontsnappende gassen kunnen door elektri-
sche componenten vlam vatten.
Alkoholische dranken of andere verpakkingen
-
die alcohol bevatten, mogen uitsluitend goed
3