TECHNISCHE INSTRUCTIES VOOR DE INSTALLATEUR
4.10 Handelingen voor het leeg
laten lopen van de installatie
Het legen van de verwarmingsinstallatie (mod. HS V)
Men raadt aan om het verwarmingscircuit niet te vaak met nieuw
water te vullen omdat er dan meer kans op kalkaanslag in de ketel
en in de radiatoren.
Als de installatie in de winter niet wordt gebruikt en er vorst kan
optreden, dan moet men een antivriesmiddel aan het water van het
systeem toevoegen.
Het legen van de verwarmingsinstallatie dient op de volgende wijze
te worden uitgevoerd:
1. doe de cv-ketel uit;
2. maak de veiligheidsklep van 3 bar open en vang het eruit komen-
de water op van de installatie open en vang het uit de installatie
komende water op;
3. leeg vanaf de laagste gedeelten van de installatie (waar dat voor-
zien is).
Legen tapwaterinstallatie (mod. HS V)
Elke keer dat er vriesgevaar dreigt, moet de tapwaterinstallatie op
de volgende wijze worden geleegd:
- sluit de waterleidingskraan af;
- open alle warm water- en koud waterkranen;
- leeg vanaf de lagere gedeelten (waarmogelijk).
5. REGELING GASGEDEELTE
Catégorie II
pour la France
2E+3+
I
et I
pour la Belgique
2E+
3+
Lage Wobbe-waarden (15°C;1013mbar)
Nominale toevoerdruk
Minimale toevoerdruk
OMEGON HS 23 V - OMEGON 23 V
Hoofdbrander: 12 inspuiters met een diameter
Diafragma
Verbruik (15°C; 1013mbar)(*)
Verbruik (15°C; 1013mbar) (*)
Branderdruk maximum – minimum (*)
OMEGON HS 27 V - OMEGON 27 V
Hoofdbrander: 14 inspuiters met een diameter
Diafragma
Verbruik (15°C; 1013mbar)(*)
Verbruik (15°C; 1013mbar) (*)
Branderdruk maximum – minimum (*)
[1mbar = 10,197 mm H
O]
2
5.1 Verandering van gastype
BELANGRIJK:
De transformatie, van aardgas (I2E+) naar propaan gas, van
een gasketel is verboden door de Belgische wetgeving.
Mag enkel uitgevoerd worden door fabrikant/invoerder.
Het legen van de verwarmingsinstallatie
dient op volgende wijze te worden uitgevoerd:
- doe de cv-ketel uit;
- draai de afvoerkraan van de installatie open en vang het uit de
installatie komende water op; ledig vanaf de laagste gedeelten
van de installatie (waar dat voorzien is). Als de installatie voor lan-
gere tijd niet wordt gebruikt en de ruimtetemperatuur in de win-
terperiode onder de 0°C kan komen, wordt aangeraden een gly-
col-antivriesmiddel aan het water toe te voegen om niet herhaal-
delijik de gehele installatie te moeten ledigen.
Aardgas
G20/G25
MJ/m
h
45,67 / 37,8
3
mbar
20 / 25
mbar
17 / 20
mm
1,30
mm
4,9
m
3
/h
2,72 / 3,15
Kg/h
----
mbar
11,0 - 2,0 / 9,9 - 1,9
mm
1,30
mm
5,4
m
3
/h
3,15 / 3,66
Kg/h
----
mbar
11,0 - 2,6 / 9,9 - 1,5
Heiztechnik
Vloeibaar Butaangas / Vloeibaar Propaangas
G30 / G31
80,58 / 70,69
30 / 37
20 / 25
0,77 / 0,77
---- / ----
---- / ----
2,00 / 2,02
27,7 - 6,0 / 35,5 - 7,3
0,77 / 0,77
---- / ----
---- / ----
2,36 / 2,31
27,7 - 4,6 / 35,5 - 6,0
33