Om de vooraf gekozen waarden te wijzigen voor de drie snelheidsniveaus (laag, gemiddeld en hoog) gebruikt voor het programma
van de week, te wizigen, gaat u naar de hoofdpagina van het menu Programma, doet u het te wijzigen snelheidsniveau oplichten
(bijvoorbeeld snelheid-laag) met de pijlen en drukt u op OK. Doorloop de beschikbare waarden met de pijlen. Zodra de gewenste
waarde is bereikt, bevestigt u de keuze door te drukken op OK. De beschikbare waarden voor de drie parameters zijn de volgende:
- off (uit): ventilatoren uitgeschakeld. Die mouds kan worden afgesteld door gedurende enkele seconden op de pijl omlaag
te drukken (off is onder de programmeerbare minimumsnelheid);
- xxx%: voor systemen uitgerust met ventilatoren met variabele snelheid (of druk/debiet voor machines zonder kit voor
constante druk/constant debiet), kunt u een percentage kiezen tussen het minimum (fabrieksinstelling) en 100%;
- 1, 2 of 3: voor systemen uitgerust met ventilatoren met 3 snelheden, kunt u kiezen uit de snelheden 1, 2 of 3;
- auto: op systemen uitgerust met een sensor voor de luchtkwaliteit of de relatieve vochtigheid, of bediend door een
extern signaal van 0-10 V, wordt de snelheid van de ventilator automatisch bediend door een van die inrichtingen. Die
modus is toegankelijk door gedurende enkele seconden te drukken op de pijl omhoog (automatisch is onder de maximale
programmeerbare snelheid).
- xxx m3/h: Als het systeem over een versie beschikt met een kit voor constant debiet, kan de gewenste waarde worden
geprogrammeerd in m3/h.
- xxx Pa: Als het systeem over een versie beschikt met een kit met constant druk, kan de gewenste waarde worden
geprogrammeerd in pascal.
Per modificare i valori preimpostati per i tre livelli (basso, medio e alto) utilizzati per la programmazione settimanale, è necessario
raggiungere la pagina principale del menù Programma, con le frecce evidenziare il livello che si desidera modificare (ad esempio
Vel.bassa) e premere il tasto OK. Utilizzando le frecce è possibile scorrere i diversi valori possibili, una volta individuato il valore
desiderato, confermare la scelta premendo il tasto OK. I valori possibili per questi tre parametri sono:
- off: ventilatori fermi, è raggiungibile tenendo premuta la freccia giù per qualche secondo (off si trova al di sotto del minimo
valore di velocità impostabile);
- xxx%: per unità con ventilatori a velocità variabile (o pressione\portata per macchine senza kit cop\cav) è possibile
selezionare un valore percentuale compreso tra il minimo (impostato in fabbrica) ed il 100%;
- 1, 2 o 3: per unità con ventilatori a tre velocità è possibile scegliere tra velocità 1, 2 o 3;
- auto: per unità equipaggiate con sonda di qualità dell'aria, di umidità relativa o guidata da un segnale esterno 0-10V, la
velocità dei ventilatori sarà gestita automaticamente da uno di questi dispositivi. È raggiungibile tenendo premuta la freccia
su per qualche secondo (auto si trova al di sopra del massimo valore di velocità impostabile).
- xxxm3\h: se l'unità è in versione portata costante con montato il kit cav è possibile impostare il valore desiderato in m3\h di
portata.
- xxx Pa: se l'unità è in versione pressione costante con montato il kit cop è possibile impostare il valore desiderato in pascal
di pressione.
-
-
-
-
-
-
77
NL
IT
RU