7
Werking
7.1 Vóór het inschakelen van de machine
Mogelijk beschadigingsgevaar door het aanzuigen van bijv. bestekdelen
De pompinlaatzeef beschermt de circulatiepomp en de afvoerpomp. Gebruik de machine
alleen wanneer de pompinlaatzeef is geplaatst.
Voorzichtig
7.2 Machine inschakelen en bedrijfsgereed maken
7.3 Reinigen
Mogelijk verbrandingsgevaar door heet water
Houd kinderen uit de buurt van de professionele afwasautomaat. In de binnenruimte
bevindt zich water met een temperatuur van ca. 62 °C.
Voorzichtig
Open de kap nooit als de machine aan het reinigen is. Het gevaar bestaat dat heet water
naar buiten spuit. Annuleer eerst het reinigingsprogramma ( 7.3.7).
Mogelijk letselgevaar
Plaats of leg geen voorwerpen op de kap.
Plaats scherpe, puntige delen zodanig in de machine dat u zich niet daaraan kunt
verwonden.
Mogelijke storing van het reinigingsprogramma door te veel aanwezig vuil
Reinig serviesgoed en pannen met koud water uit een handdouche. Verwijder grove
etensresten.
BELANGRIJK
Zet of leg geen zware voorwerpen op de kap, zodat de kap altijd gemakkelijk te openen is
of niet per ongeluk vanzelf sluit.
Draai de waterkraan open.
Schakel de hoofdschakelaar in.
Test voor uw eigen veiligheid de aardlekschakelaar van de
klant.
Open de kap.
Verwijder de zeefcilinder (1).
Controleer of de pompinlaatzeef (2) is geplaatst. Wanneer
deze niet is geplaatst, wordt er een foutmelding gegeven
bij het inschakelen van de machine.
Plaats de zeefcilinder (1) weer.
Controleer of de spoelvelden (boven en onder) zijn
geplaatst en correct zijn vastgeklikt.
Sluit de kap.
Controleer of er voldoende reinigingsmiddel en
naglansmiddel in de reservoirs zit. Vervang de reservoirs
op tijd om te vermijden dat het reinigingsresultaat negatief
wordt beïnvloed.
Werking
NL
171