Aansluiten van de tank
Voor een overzicht van installatievoorbeelden zie pag. 26, 27.
Sluit de tank aan met een slang van goede kwaliteit. Voorkom
hierbij het maken van scherpe knikken en zakken in de slang.
Beugel de slang op niet te grote, regelmatige, afstanden. In z.g.
'zakken' in de slang zal zich bezinksel ophopen wat na enige tijd
verstoppingen geeft.
De gewapende slang moet een zogenaamde (geurdichte) vuil-
waterslang zijn en tenminste bestand zijn tegen een geringe
over- en onderdruk 0,3 bar (0,3 kgf/cm
Vetus levert een voor vuilwater geschikte slang, zie overzicht
op pag. 5. Monteer elke slangverbinding met een goede roest-
vaststalen slangklem.
Installeer pomp '13' en de huiddoorvoer met afsluiter '15'.
Installeer afzuigslang(en) '21' en/of '22' (ø 38 mm) zodanig
dat zowel de tank, de pomp als de dekdop e.d. niet mechanisch
worden belast.
Monteer ontluchtingsnippel '18', zo hoog mogelijk, boven
het niveau van de bovenzijde van de tank. Kies een zodanige
plaats voor de ontluchtingsnippel dat regen- of buitenwater niet
zal binnendringen. Plaats eventueel een geurfilter '19' tussen
ontluchtingsleiding en ontluchtingsnippel.
Monteer ontluchtingsleiding '23', inwendige diameter 19 mm,
tussen de ontluchtingsnippel en de tank. De ontluchtingsleiding
dient, vanaf de tank gezien, voortdurend in hoogte oplopend te
worden gemoteerd.
Afvoerpomp
Een niet-zelfaanzuigende vuilwaterpomp moet lager dan, of op
gelijke hoogte met, de onderzijde van de tank worden opge-
steld.
Een zelfaanzuigende vuilwaterpomp mag op een willekeurige
hoogte ten opzichte van de tank worden opgesteld.
Installeer bochtbeluchter '14' ,in de afvoerleiding tussen pomp
en huiddoorvoer, indien de vuilwatertank onder de waterlijn
is opgesteld en de huiddoorvoer zich ook onder de waterlijn
bevindt.
Om de tank eenvoudig met schoon water te kunnen door-
spoelen kan een extra fitting in de bovenzijde van de tank wor-
den gemaakt die kan worden aangesloten op een extra dekdop.
Via deze dekdop kan schoon water worden toegevoegd.
4
110127.01
2
).
Vaste vuilwatertanks (voor grijswater en zwartwater) 40, 60 en 80 liter
www.busse-yachtshop.de | info@busse-yachtshop.de
Monteer een afvoerslang A, inwendige diameter 38 mm, tussen
de dekdop (5) en de tank. Installeer deze slang zodanig dat zo-
wel de tank als de dekdop niet mechanisch worden belast. Houd
rekening met de maximale overdruk 0.2 bar; d.w.z. dat de vul-
dop niet hoger dan 2 meter boven de tank gemonteerd mag
worden.
Monteer de ontluchtingsnippel 1, zo hoog mogelijk, boven
het niveau van de bovenzijde van de tank. Kies een zodanige
plaats voor de ontluchtingsnippel dat regen- of buitenwater niet
zal binnendringen.
Monteer de ontluchtingsleiding B, inwendige diameter 19 mm,
tussen de ontluchtingsnippel (1) en de tankaansluiting (2).
Het is zeer raadzaam om in de leiding een geurfilter type NSF19
te plaatsen. Dit voorkomt onaangename geuren uit de ontluch-
tingsnippel.
De ontluchtingsleiding dient, vanaf de tank gezien, voortdurend in
hoogte oplopend te worden gemonteerd.
5
1
A
3
1 Inspectiedeksel
2 Ontluchtingsaansluiting Ø 19 mm
3 Aanzuigaansluiting Ø 38 mm
4 Een gat voor fittingen van Ø 16 - 38 mm
B
2
4
3
1
2
4