n) Motor starten
Algemeenheden over de verbrandingsmotor
Daarom moet bij de ingebruikname van de nieuwe motor een zekere inlooptijd in acht genomen worden. Tijdens het inlopen passen de
motoronderdelen zich perfect aan elkaar aan waardoor er een maximale prestatie bereikt wordt en voortijdige slijtage vermeden wordt.
Het inlopen moet daarom met grote zorgvuldigheid gedaan worden!
Voorbereidingen
• De carburator is reeds grof afgesteld.
• Blaas de motor vóór de ingebruikname uit met perslucht.
Op deze manier bent u zeker dat de verbrandingsruimte geen verontreinigingen bevat die eventueel door de plugfitting in de motor terechtgekomen
zijn.
• Plaats een gloeikaars met een gemiddelde tot extra koude warmtewaarde (al naar gelang de brandstof).
• Olie het luchtfilter lichtjes om ook heel kleine stofdeeltjes uit te filteren.
• Plaats de gloeikaars.
• Klap het deksel van de tank open en doe brandstof in de tank.
Motor starten
De wielen moeten vrij in de lucht hangen! Plaats het model bijv. op een geschikte carstand.
• Trek meermaals langzaam aan de trekstarter om brandstof in de carburateur te zuigen.
• Doe dit zo lang tot er geen luchtbellen meer in de brandstofslang te zien zijn en de brandstof net in de carburator terechtkomt.
Waarschuwing!
Trekstarter niet helemaal tot het einde, maar steeds tot ca. 3/4 van de lengte eruit trekken! Bepaal de lengte van de kabel door deze langzaam eruit
te trekken zonder de motor op te starten!
De trekstarter nooit met geweld uittrekken!
• Plaats een gloeiplugstarter met volledig opgeladen startaccu op de gloeiplug, zie afb. rechts. Deze moet goed vastzitten!
• Trek met een zwaai aan de trekstarter tot de motor start. Houd het model hierbij met uw andere hand vast.
Pak nooit de aandrijving zelf vast aangezien deze het inzetten van de slipkoppeling in gang kan zetten. Verwondingsgevaar!
• Als de motor draait, moet u de trekstarter loslaten en de gloeikaarsstarter weer wegnemen.
Laat de gloeiplugstarter enkel kort op de motor aangesloten. Anders kan de gloeiplug voortijdig doorbranden.
• Als de trekstarter na meerdere vergeefse startpogingen enkel nog met veel kracht eruit getrokken kan worden, is er te veel brandstof in de verbrandingsruimte
en het carter terechtgekomen. De motor is „verzopen".
Doe geen verdere startpogingen en verwijder de overtollige brandstof om schade aan de trekstarter en de motor te voorkomen!
Ga voor het verwijderen van de brandstof als volgt te werk:
• Draai de hoofdsproeier voorzichtig met de klok mee volledig in.
• Schroef de gloeikaars los en controleer diens gloeifunctie.
• Leg een lap op de motor en trek 5-6 keer (3/4 van de lengte!) aan de trekstarter: de brandstof wordt eruit gepompt en verdampt.
• Plaats de gloeikaars nu weer terug.
• Draai de hoofdsproeier met drie slagen tegen de klok in er weer uit.
• Herhaal de startprocedure.
Als de motor niet ten laatste bij de 10de keer start, moet u opnieuw te werk gaan zoals boven beschreven of proberen om het probleem met de tabel "Fouten
verhelpen" op te lossen!
99