Schakelingvariant 1: Signaalcontact voor overspanningsbeveiliging
De optie DC OVP Typ 2 (overspanningsbeveiliging) geeft afhankelijk van de instelling in
het menu Basic een waarschuwing of een fout op het display weer. Meer informatie over
de optie DC OVP Typ 2 vindt u in de installatiehandleiding.
Schakelingvariant 2: S0-teller
Een teller voor het berekenen van het eigen verbruik per S0 kan direct op de inverter wor-
den aangesloten.
BELANGRIJK! Het is mogelijk dat de inverter-firmware geactualiseerd moet worden als u
een S0-teller op de inverter aansluit.
Eisen aan de S0-teller:
-
-
-
-
-
Aanbevolen max. impulsfrequentie van de S0-teller:
PV-vermogen kWp [kW]
30
30
10
≤ 5,5
Beschrijving van
De LED 'Solar Net' brandt:
de LED 'Solar Net'
Voeding voor de datacommunicatie binnen het Fronius Solar Net / Interface Protocol is in
orde
De LED 'Solar Net' knippert om de 5 seconden kort:
Storing bij de datacommunicatie in het Fronius Solar Net
-
-
Pin 2
moet voldoen aan de norm IEC62053-31 Klasse B
max. spanning 15 V DC
max. stroom bij ON 15 mA
min. stroom bij ON 2 mA
max. stroom bij OFF 0,15 mA
Te hoge stroom (een stroom van > 3 A, bijvoorbeeld veroorzaakt door kortsluiting in
het Fronius Solar Net Ring)
Te lage spanning (geen kortsluiting, de spanning in het Fronius Solar Net < 6,5 V, bij-
voorbeeld als er in het Fronius Solar Net te veel DATCOM-componenten zijn en de
voeding onvoldoende is)
In een dergelijk geval is een extra voeding van de DATCOM-componenten via een ex-
terne voedingseenheid aan een van de DATCOM-componenten noodzakelijk.
Voor het vaststellen van een te lage spanning zo nodig ook andere DATCOM-compo-
nenten op storingen controleren.
Pin 1
Pin 2
Pin 1
Max. impulsfrequentie per kWp
1.000
2.000
5.000
10.000
S0 +
S0 -
129