Stofzak aanbrengen / verwijderen / afvoeren
Het verwijderen en vervangen van een met stof en vuil gevulde stofzak mag alleen worden
uitgevoerd door bevoegd personeel dat de juiste persoonlijke beschermingsuitrusting draagt en in
een daartoe voorziene ruimte. Gebruik de stofzuiger nooit zonder dat het volledige filtratiesysteem
is geplaatst.
Afvalverwerkingsprocedure: Maak de slang los, breng de stofdop op de slangaansluiting aan,
maak de onderste drie klemmen los (de bovenste twee klemmen zijn voorzien van splitpennen en
mogen niet worden verwijderd door onbevoegd personeel).
Verwijder het doekfilter (A) uit de stofbak. Maak de stofzak los van de slangaansluiting binnenin
de stofbak en sluit de opening van de stofzak. Doe de stofzak in een niet doorlatende plastic zak
en maak de zak dicht.
Voer de plastic zak op een geschikte wijze af, afhankelijk van de aard van de verontreiniging.
Plaats een nieuwe stofzak over de slangaansluiting binnenin de stofbak. Breng het doekfilter (B),
het motorbloksamenstel en het opvangsamenstel weer aan en zet de twee klemmen weer vast.
ONDERHOUD
Alle onderdelen van de stofzuiger moeten als verontreinigd worden beschouwd als de stofzuiger
in een gevarenzone is gebruikt en er dienen geschikte maatregelen te worden genomen om
verspreiding van stof te voorkomen.
Trek de stekker uit het stopcontact wanneer u de stofzuiger reinigt of controleert of als u
onderdelen vervangt. Controleer of de stekker uit het stopcontact is gehaald.
Onderhoud moet worden uitgevoerd in een geschikte, goed geventileerde en gevarenvrije ruimte
met voorzieningen om de ruimte na het onderhoud te reinigen.
Onderhouds- en reinigingswerkzaamheden moeten altijd worden uitgevoerd door bekwaam en
bevoegd personeel dat geschikte persoonlijke beschermingsuitrusting draagt.
Het doekfilter moet worden verwijderd en gecontroleerd op de mate van verontreiniging en op
beschadiging van het doek of de afdichtingen.
Als blijkt dat het doekfilter beschadigd is of ernstig verontreinigd, moet u het vervangen. Als het
slechts licht verontreinigd is, kunt u het schoonvegen of wassen met een mild schoonmaakmiddel
(let erop dat het droog is voordat u het teruggeplaatst).
Onderdelen die niet goed genoeg kunnen worden gereinigd (bijv. filters) moeten worden
weggegooid in een niet doorlatende plastic zak en volgens de geldende voorschriften worden af-
gevoerd met het afval. Vervang de onderdelen die niet voldoende goed kunnen worden gereinigd
door onderdelen die door de fabrikant zijn goedgekeurd.
Onderzoek het netsnoer regelmatig op beschadigingen, zoals scheuren of
verouderingsverschijnselen. Vervang de kabel als deze beschadigd is voordat u de stofzuiger
opnieuw gaat gebruiken.
Alle onderdelen van deze stofzuiger zijn van essentieel belang voor het veilig functioneren van dit
apparaat en mogen daarom alleen door originele Numatic-reserveonderdelen worden vervangen.
Indien onderhoud door de gebruiker wordt uitgevoerd, moet de stofzuiger worden gedemonteerd,
gereinigd en nagezien, voor zover praktisch mogelijk is, zonder dat risico ontstaat voor
onderhoudspersoneel of anderen.
Geschikte voorzorgsmaatregelen zijn onder andere ontsmetting vóór demontage, het voorzien
van een lokale filterinstallatie op de plaats waar de machine wordt gedemonteerd, reiniging van
de onderhoudsruimte en geschikte uitrusting voor persoonlijke bescherming.
Bij apparaten van de H-klasse moet de buitenzijde worden ontsmet door deze met een stofzuiger
schoon te maken en worden schoongeveegd en behandeld met een afdichtmiddel voordat de
stofzuiger uit de gevarenzone wordt gehaald en de juiste maatregelen moeten worden genomen
om verspreiding van stof te voorkomen. (VGM-Risicobeoordeling noodzakelijk).
Ten minste één keer per jaar dient een vakbekwaam persoon een technische inspectie uit te
voeren die bestaat uit bijvoorbeeld: controle van filters op beschadiging, van luchtdichtheid van de
stofzuiger en van de juiste werking van het bedienmechanisme.
Ook de effectiviteit van de filtratie moet ten minste één keer per jaar worden getest of vaker als de
nationaal geldende voorschriften dit voorschrijven. De testmethoden die kunnen worden gebruikt
voor het controleren van de effectiviteit van de filters, zijn vastgelegd in EN 60335-2.69 Bijlage
AA (AA22.201.2). Als de stofzuiger de test niet haalt, moet deze worden herhaald met een nieuw
essentieel filter.
39