7.3. Zoutwatergarnalen
Toebehoor:
1. Garnaleneieren (Fig. 2, 25d)
2. Zeezout (Fig. 2, 25c)
3. Broedinstallatie voor garnalen (Fig. 2, 23)
4. Gist (Fig. 2, 25a)
LET OP!
De garnaleneieren en de gar-
nalen zijn niet geschikt voor
consumptie door mensen!
7.3.1. De levenscirkel van
zoutwatergarnalen
De zoutwatergarnaal of „Artimia Salina", zoals
ze bij wetenschappers bekend is, doorloopt
een ongewone en interessante levenscirkel.
De, door het vrouwtje, geproduceerde eieren
worden uitgebroed, zonder ooit door een
mannelijke garnaal bevrucht te worden. De
garnalen, die uit deze eieren komen, zijn allemaal
vrouwelijk. Onder ongewone omstandigheden,
bvb, als het moeras uitdroogt, kunnen de
eieren van de mannelijke garnalen tevoorschijn
komen. Deze mannetjes bevruchten de eieren
van de vrouwtjes en uit deze paring ontstaan
bijzondere eieren. Deze eieren, zogenoemde
„Wintereieren" hebben een dikke schaal die
het ei beschermt. De wintereieren hebben een
grote weerstand en zijn zelfs levensvatbaar als
het moeras of de zee uitdroogt en daardoor
de dood van de hele garnalenbevolking
veroorzaakt wordt, zij kunnen 5-10 jaar in een
"slaap-"toestand blijven. De eieren komen uit,
als de juiste milieuvoorwaarden weer hersteld
zijn. De meegeleverde eieren (Fig. 2, 25d) zijn
zulke eieren.
7.3.2. Het uitbroeden van
zoutwatergarnalen
Om de garnalen uit te broeden, is het
noodzakelijk een zoutwateroplossing te maken,
die overeenkomt met de levensvoorwaarden
van de garnalen. Vul een halve liter regen- of
leidingwater in een reservoir. Dit water laat U
ongeveer 30 uren staan. Daar het water na een
tijd verdampt, is het aan te raden een tweede
reservoir ook met water te vullen en 36 uren te
laten staan. Nadat het water zolang "gestaan"
heeft, schudt U de helft van het meegeleverde
zeezout (Fig. 2, 25c) in het reservoir en U
roert zolang, tot het zout helemaal opgelost is.
Giet nu een beetje van het gemaakte zeewater
in de broedinstallatie voor de garnalen (Fig.
2, 23). Leg er enkele eieren in en sluit het
deksel. Zet de broedinstallatie op een heldere
plaats, maar vermijdt het reservoir direct in
het zonlicht te zetten. De temperatuur moet
ongeveer 25° C zijn. Op deze temperatuur
komen de garnalen na ongeveer 2-3 dagen
uit. Indien gedurende die tijd het water in het
reservoir verdampt is, vul het dan bij met water
uit het tweede reservoir.
7.3.3. De zoutwatergarnaal
onder de microscoop
Het dier dat uit het ei gekomen is, is bekend
onder de naam „Naupliuslarve". Met behulp
van de pipet (Fig. 2, 22a) legt U enkele van
deze larven op een glazen objectdrager
en U bekijkt ze. De larve zal zich met
behulp van haarachtige uitwassen door de
zoutwateroplossing bewegen. Neem elke dag
enkele larven uit het reservoir en observeer
ze onder de microscoop. Als U deze
larven dagelijks met behulp van MikrOkular
observeert en de gemaakte foto's bewaart,
heeft U een volledige fotodocumentatie over
de levenscirkel van de zeewatergarnaal. U
kunt de bovenste kap van de broedinstallatie
wegnemen en de volledige installatie op de
microscooptafel zetten. Afhankelijk van de
kamertemperatuur is de larve in 6 tot 10 weken
volledig uitgegroeid. U hebt dan snel een hele
generatie van zoutwatergarnalen gekweekt,
die zich steeds verder vermeerdert.
7.3.4. Het voeden van uw
zoutwatergarnalen
Om de zoutwatergarnalen in leven te houden,
moet U ze af en toe eten geven. Dit moet
heel zorgvuldig gedaan worden. Overvoeden
betekent, dat het water verrot en onze
garnalenbevolking vergiftigd wordt. Het eten
geven gebeurt het best met droge gist in
poedervorm (Fig. 2, 25a). Elke twee dagen
DE
GB
FR
NL
IT
ES
PT
FI
SE
SI
HU
SK
CZ
PL
RO
41