Waarschuwing!
De mulchadapter mag alleen bij stilgezette motor
en uitgetrokken netstekker erin worden gezet.
Om de mulchfunctie te gebruiken hangt u de
opvangzak uit en schuift u de mulchadapter (afb.
13/pos. 15) in de uitwerpopening en sluit u de
uitwerpklep.
Verstelling van de maaihoogte
Let op!
Het verstellen van de maaihoogte mag alleen
worden uitgevoerd bij uitgeschakelde motor en uit
het stopcontact getrokken veiligheidsstekker.
e verstelling van de maaihoogte moet als volgt
worden uitgevoerd (zie fi g. 14):
1. De hefboom (7) naar buiten drukken.
2. De hefboom (7) op de gewenste maaihoogte
zetten.
3. De hefboom (7) loslaten en controleren of hij
goed vastzit in het arrêt.
Afl ezen van de maaihoogte
De maaihoogte kan in 6 trappen van 25-75 mm
ingesteld en aan de schaal afgelezen worden.
Voordat u begint te maaien controleert u of het
maaigereedschap niet bot is, en of de beves-
tigingsmiddelen niet zijn beschadigd. Vervang
botte en/of beschadigde maaigereedschappen
om onbalans te vermijden. Bij deze controle de
motor afzetten en de veiligheidsstekker uit het
stopcontact trekken.
Laden van de accu (afbeelding 15)
Met de lader kunnen 1 of 2 accu's worden ge-
laden. Door onafhankelijke lading kunt u ook
verschillende accu's (bijv.: 2,0 Ah en 4,0 Ah)
gelijktijdig gedurende de op de lader aangegeven
laadduur laden.
1. Accupack uit het apparaat nemen. Daarvoor
de grendelknop (afbeelding 16, pos. C) in-
drukken.
2. Vergelijk of de netspanning vermeld op het
typeplaatje overeenstemt met de beschikbare
netspanning. Steek de netstekker van de
lader (19) in het stopcontact. De groene LED
begint te knipperen.
3. Steek de accu of de accu's (18) op de lader
(19).
4. Onder punt 'Indicatie lader' vindt u een tabel
met de betekenissen van de LED-indicatie
aan de lader.
Anl_Rasarro_SPK2.indb 51
Anl_Rasarro_SPK2.indb 51
NL
Tijdens het laden kan de accu wat warm worden.
Dit is echter normaal.
Mocht het laden van de accupack niet mogelijk
zijn, controleer dan
•
of aan het stopcontact de netspanning voor-
handen is
•
of een foutloos contact aan de laadcontacten
voorhanden is.
Indien het laden van het accupack nog altijd niet
mogelijk is, breng dan
•
de lader
•
en de accupack
naar onze klantenservice.
In het belang van een lange levensduur van de
accupack is het raadzaam om op tijd voor het
herladen van de accupack te zorgen. Dit is in elk
geval noodzakelijk, wanneer u vaststelt dat het
vermogen van het apparaat afneemt. Ontlaad de
accupack nooit helemaal. Dat leidt tot een defect
van de accupack!
Accu-capaciteitsindicator (fi g. 16)
Druk op de schakelaar voor accu-capaciteitsindi-
cator (pos. A). De accu-capaciteitsindicator (pos.
B) signaleert de laadtoestand van de accu aan de
hand van 3 LEDs.
Alle 3 LEDs branden:
De accu is vol geladen.
2 of 1 LED(s) branden:
De accu beschikt over voldoende restlading.
1 LED knippert:
De accu is leeg, laad de accu op.
Alle LEDs knipperen:
De accu werd diep ontladen en is defect. Een
defecte accu mag niet meer gebruikt en geladen
worden!
Montage van de accu (afbeelding 17)
Open het accudeksel. Dan de beide accu's zoals
getoond in afb. 17 in de houders steken.
Aanwijzing!
Gebruik alleen accu's met dezelfde vulstand,
combineer nooit volle en halfvolle accu's met el-
kaar. Laad beide accu's altijd tegelijkertijd op.
De accu met de zwakkere laadtoestand bepaalt
de looptijd van het apparaat. Vóór bedrijf moeten
altijd beide accu's vol worden geladen. Sluit het
- 51 -
14.11.2018 10:57:36
14.11.2018 10:57:36