Van fabriekswege uit zijn alle DEVICE/INPUT
toetsen op de onderstaande wijze
geconfigureerd:
CD:
analoge ingang
Tuner:
analoge ingang
Tape:
analoge ingang
Video 1:
Digitaal coaxiaal 1
Video 2:
Digitaal coaxiaal 2
Video 3:
Digitaal coaxiaal 3
Video 4:
Digitaal optisch 1
Video 5:
Digitaal optisch 2
Iedere ingang moet m.b.v. de beeldscherm-
informatie voor analoog of digitaal met
automatische aftasting geconfigureerd worden.
Zie hiervoor het hoofdstuk: "Het configureren
van de ingangen.
: Met hetzelfde configuratie-
EXTRA INFORMATIE
menu kunt u ook de acht ingangen van een
eigen naam voorzien en ze toekennen aan
een bepaalde surround weergavewijze.
De ingangstoetsen kunnen ook samen gebruikt
worden met de toets "REC" (hierna beschreven).
Het signaal van de betreffende ingangstoets komt
dan aan de uitgang te staan op de analoge
uitgangen van "TAPE OUT" om te kunnen worden
opgenomen. Gebruikt u een ingangstoets samen
met de toets "ZONE"dan komt het gekozen
signaal terecht op de uitgangen voor de
versterker die de andere ruimte bedient.
Het kiezen van een bron op de
voorkant van de
voorversterker
Een bron om naar te luisteren: Druk op
de gewenste ingangstoets of op de
meerkanaalsingangstoets.
Een bron om van op te nemen: Druk op
de toets "REC" en druk vervolgens binnen tien
seconden op de gewenste ingangstoets.
Een bron bestemd voor de andere
ruimte (Zone 2): Druk op de toets "ZONE"
en druk vervolgens binnen tien seconden op de
gewenste ingangstoets.
: Zie het hoofdstuk over
EXTRA INFORMATIE
"ZONE 2" voor details over het kiezen van
een bron voor de alternatieve luisterruimte.
61
Het kiezen van een bron op de
afstandsbediening
Het kiezen van een luisterbron voor de
hoofdluisterruimte: Houd langer dan één
seconde één van de "DEVICE/INPUT" toetsen
ingedrukt. Wilt u de meerkanaleningang
inschakelen, druk dan op de toets "EXT".
: Een korte druk op "DEVICE/
EXTRA INFORMATIE
INPUT" toetsen doet wat met de
afstandsbediening, maar verandert niet de
ingangskeuze.
Het kiezen van een bron om van op
te kunnen nemen: Druk eerst op de toets
"REC" en vervolgens binnen 10 seconden wat
langer op één van de "DEVICE/INPUT" toetsen.
U kunt ook eerst op de "REC" toets (I) drukken
en vervolgens een bron kiezen met de +/– toetsen
. Kies een willekeurige ingang (CD, TUNER enz.).
Als u voor de "SOURCE" optie kiest dan kiest u
voor opnemen van de luisterbron van de
hoofdluisterruimte. Het signaal van iedere
hoofdluisterbron wordt automatisch gestuurd naar
de opnameuitgangen (REC OUT).
Het kiezen van een luisterbron voor
zone 2: Druk op de "ZONE" toets en druk
vervolgens binnen 10 seconden op één van de
"DEVICE/INPUT" toetsen.
U kunt ook eerst op de "ZONE" toets drukken
en vervolgens een bron kiezen met de +/– toetsen.
Kies een willekeurige ingang (CD, TUNER enz.).
Als u voor de "SOURCE" optie kiest dan kiest u
voor luisteren naar de bron van de
hoofdluisterruimte. Het signaal van iedere
hoofdluisterbron wordt automatisch gestuurd naar
de Zone 2 uitgang.
Het kiezen van een digitale
ingang
In het "Input Setup" menu kunt u aan iedere
bron een digitale ingang toewijzen. U kunt echter
deze vastgelegde instelling van de op dat
moment gebruikte bron tijdelijk veranderen door
de "D-SLT" toets van de afstandsbediening te
gebruiken. Drukken op deze toets geeft in
volgorde de volgende mogelijkheden: OPTICAL
1, OPTICAL 2, COAXIAL 1, COAXIAL 2 en
COAXIAL 3.
Nederlands
Een Overzicht van de
Surroundformaten
Om uw RSX-1067 optimaal te laten functioneren,
helpt het om te weten welke surroundformaten
er bestaan, hoe deze werken, welk
surroundformaat bij welke opname gebruikt moet
worden en hoe dan dat formaat te selecteren.
Dit hoofdstuk voorziet u van informatie over die
formaten en hun achtergrond. Het volgende
hoofdstuk vertelt u uitgebreid hoe u met de
RSX-1067 moet omgaan bij het gebruik en al
dan niet automatisch inschakelen van die
formaten.
Dolby Surround
Dolby Pro-Logic II
Het meest verbreide surround-sound formaat voor
thuisgebruik is Dolby Surround. Het wordt
gebruikt bij vrijwel alle commerciële films op VHS
cassettes, vrijwel alle films die op tv worden
uitgezonden en op de meeste dvd-schijfjes. Dolby
Surround is de thuisversie van het oorspronkelijk
voor bioscoop bedoelde analoge Dolby Stereo
systeem geïntroduceerd in 1972. Het is een z.g.
matrix-gecodeerd systeem, waarin de drie
voorkanalen en een mono surround kanaal
worden ondergebracht in een analoge twee-
kanaals registratie. Gedurende de weergave
worden middels een Dolby Pro-Logic (II) decoder
de vier kanalen weer uitelkaar gehaald en gevoed
aan de juiste luidsprekers.
De oorspronkelijke surroundweergave bij Dolby
Pro-Logic is mono en heeft maar een beperkt
frequentiebereik. De meer geavanceerde
decoder die in de RSX-1067 gebruikt wordt is
van het type Dolby Pro-Logic II en biedt stereo
en een groter frequentiebereik voor de
surroundkanalen, waardoor de algehele
kwaliteitsindruk danig verbetert.
Dolby Pro-Logic II decodering moet eigenlijk
worden toegepast op alle analoge soundtracks
of opnames in "Dolby Surround" en op die, die
gemaakt zijn in Dolby Digital 2.0. Hoewel Dolby
Pro-Logic II ontworpen is om Dolby soundtracks
te decoderen is ze ook uitstekend geschikt om
aanvaardbaar rondom geluid te ontlokken aan
gewone tweekanalige stereo opnames, door
gebruik te maken van faseverhoudingen in het
aangeboden signaal. Een speciale "muziekstand"
maakt Pro Logic II een uitstekende keuze voor
de weergave van gewone audio cd's.