Motor-veiligheidsslot
vastschroeven
Bijpassende sluitplaat
vastschroeven
Sluitcilinder met
stulpschroef vastzetten
Volledige werking
controleren
Afb. 6 :
Nachtschoot na montage
vrij van dwarsbelasting
NL
148
Motor-veiligheidsslot 509N monteren
1
Stel de aanslagrichting van de hulpschoot in ("Aanslagrichting van de stuurschoot instellen", pa-
gina 149).
2
Schroef het motor-veiligheidsslot 509N in het slotgat.
3
Bevestig het slotbeslag.
4
Controleer het motor-veiligheidsslot 509N op soepele werking.
Zodra de sluitplaat gemonteerd is, is het motor-veiligheidsslot 509N gereed voor gebruik.
Sluitplaat monteren
1
Breng het sluitplaatgat en alle boringen aan of vervaardig een lokale sluitplaat ("Vervaardigen van
lokale sluitplaten", pagina 154).
2
Reinig de uitsparing van de sluitplaat en alle boorgaten door uitblazen of uitzuigen.
3
Schroef de bij het in te bouwen motor-veiligheidsslot 509N passende sluitplaat vast.
4
Controleer het motor-veiligheidsslot 509N op soepele werking.
Het motor-veiligheidsslot 509N is gereed voor gebruik.
Beslag en sluitcilinder monteren
1
Monteer het beslag.
2
Plaats de sluitcilinder en let er daarbij op dat de sluitcilinderneus in de middenstand staat (Afb. 12).
3
Zet de sluitcilinder vast met de stulpschroef.
Het motor-veiligheidsslot 509N is volledig gemonteerd.
Motor-veiligheidsslot 509N controleren
1
Controleer alle functies van het motor-veiligheidsslot 509N.
2
Controleer of de dagschoot en stuurschoot van het slot bij het sluiten van de deur door dezelfde
aanslagkant worden teruggeduwd.
3
Controleer of alle schoten na montage vrij en zonder dwarsbelasting kunnen in- en uitschuiven
(Afb. 6).
Het motor-veiligheidsslot 509N is geheel gemonteerd en is op zijn goede werking gecontroleerd.
Sluitplaat
F
= 0
Q
N
min. 2
F
= 0
Q
N
Stolp
Montage