Aanwijzingen conform DIN EN 179 en DIN EN 1125
!
Waarschuwing!
Gevaar door wijziging van deuren in reddingswegen: De veiligheidskenmerken van dit product zijn een
essentiële voorwaarde voor conformiteit met DIN EB 179 en DIN EN 1125. Er mogen geen modificaties
worden aangebracht die niet in deze instructies beschreven zijn.
Ongeschikte deuren verminderen de bescherming van personen en de inbraakwerendheid: Alleen
goedgekeurde en in technisch onberispelijke toestand verkerende deuren zijn geschikt voor montage van
het motor-veiligheidssslot 509N. Voorafgaand aan montage van het motor-veiligheidsslot 509N moet worden
gecontroleerd of de deur correct bevestigd en niet vervormd is. De deur moet voor toepassing van het
motor-veiligheidsslot 509N zijn goedgekeurd. Bedieningselementen van de deur mogen elkaar niet belem-
meren.
Het motor-veiligheidsslot 509N is niet goedgekeurd voor toepassing bij pendeldeuren.
Ongeschikte sluitingen verminderen de bescherming van personen en de brandwerendheid: Het mo-
tor-veiligheidsslot 509N is geschikt voor brand- of rookwerende deuren ("Classificatiecode", pagina 138).
Controleer, of het certificaat van de deur bij het slot hoort. Let erop dat het motor-veiligheidsslot 509N in de
juiste maat en met het juiste toebehoren wordt ingebouwd.
Ongeschikte deurafdichtingen verminderen de bescherming van personen: Bij toepassing van deuraf-
dichtingen (bijv. profielafdichtingen of vloerafdichtingen) mogen de functies van het motor-veiligheidsslot
509N op geen enkele wijze worden belemmerd.
Brekende glazen deuren kunnen ernstig letsel veroorzaken: Glazen deuren of glazen elementen van
deuren moeten gemaakt zijn van veiligheidsglas of van gelaagd veiligheidsglas.
Ongeschikte bevestigingsmiddelen verminderen de bescherming van personen en de inbraakwe-
rendheid: Afhankelijk van de inbouwsituatie en de materialen van de deur moeten geschikte bevesti-
gingsmiddelen worden gebruikt.
Onjuiste of gebrekkige montage vermindert de bescherming van personen: De gangbare inbouwhoog-
te voor de horizontale bedieningsstang is 900 tot 1100 mm boven het afgewerkte vloeroppervlak. Indien
in het gebouw vooral kinderen aanwezig zijn, moet de inbouwhoogte daaraan aangepast worden.
De horizontale bedieningsstang moet zodanig worden geïnstalleerd dat een zo groot mogelijke effectieve
stanglengte wordt gerealiseerd.
Alle daarvoor bestemde tegensloten of bekledingen dienen te worden geïnstalleerd, om naleving van de
Europese norm te waarborgen
Beperkte beweeglijkheid van de deur vermindert de bescherming van personen: Alle sperelementen
moeten zo gemonteerd zijn dat de vrije beweging van de deur er niet door belemmerd wordt. De deuren
mogen alleen met de toegelaten sluitelementen dichtgehouden worden. Er mogen geen extra voorzie-
ningen worden geïnstalleerd. Eventueel geïnstalleerde deursluiters mogen het gebruik van de deur door
kinderen en personen met lichamelijke gebreken niet belemmeren.
NL
136
Aanwijzingen