GEBRUIK
Bediening
NL 10
Houd de toetsen ingedrukt. Zo voorkomt u dat een functie per
ongeluk wordt in- of uitgeschakeld.
De afstandsbediening koppelen
De afstandsbediening moet vóór gebruik met de afzuigkap worden
gekoppeld.
• Schakel het apparaat in. Houd de toetsen '-' en '+' 3 seconden
ingedrukt. De modus Koppelen wordt ingeschakeld en blijft
gedurende 5 minuten actief.
• Houd 'C' en 'W' 3 seconden ingedrukt om de modus
Afstandsbediening koppelen te activeren.
• Tijdens het koppelen knipperen alle indicators op de afzuigkap en de
afstandsbediening. De indicatoren worden uitgeschakeld wanneer de
afstandsbediening is gekoppeld.
Als de koppeling niet tot stand kan worden gebracht, probeert u het
opnieuw.
Na 30 seconden gaat de afstandsbediening in de stand-bymodus. De
afstandsbediening wordt geactiveerd bij beweging, bijvoorbeeld als
u hem oppakt.
Afzuiging in- en uitschakelen
• Houd de ventilatortoets op de afstandsbediening ten minste
1 seconde ingedrukt.
De afzuigkap wordt op de laagste stand ingeschakeld.
• Druk opnieuw op de toets '+' om de ventilator in een hogere stand
te zetten. Houd de toets '+' gedurende 1 seconde ingedrukt om de
hoogste stand (boost) te selecteren.
• Druk op de toets '-' om een lagere stand te kiezen.
De afzuigstand wordt aangegeven met de snelheidsindicators op de
afzuigkap.
• Houd de ventilatortoets ten minste 1 seconde ingedrukt om de
afzuigkap uit te schakelen.