Nederlands
OPMERKING
Als de machine niet wil starten, herhaal dan de stappen 2 tot 4.
5. Na het opstarten moet de machine ongeveer 2-3 minuten warm
lopen voordat ze belast kan worden.
Snoeien
Tijdens het snoeien moet de machine op volgas draaien, omdat zo
de juiste snoeisnelheid behouden blijft. Als u de bovenkant van een
heg wilt trimmen, moet u de trimmer zodanig vasthouden dat de
messen een hoek van 15 tot 30 graden t.o.v. de horizontale positie
vormen, zwenk de trimmer met een boogvormige beweging naar de
rand van de heg om zo de afgesneden takken te verwijderen. Als u
de zijkanten van de heg wilt trimmen, moet u de trimmer verticaal
houden en boogvormig bewegen.
OPMERKING
○ Handgreep met meerdere posities (Afb. 7)
De achterste hendel kan 90 graden gedraaid worden, zodat
u de machine comfortabel in verschillende snijhoeken kunt
gebruiken. De hendel kan in vijf verschillende posities gedraaid
worden. Controleer eerst of de motor stationair loopt of
uitgeschakeld is, voordat u de achterste hendel gaat instellen.
○ De gashendel kan niet worden bediend als de handgreep niet
is vastgezet (de blokkeerhendel wordt ingedrukt).
Om de hendel in een bepaalde positie te kunnen draaien, moet
u eerst de vergrendelknop (6) indrukken. Draai de handgreep
tot de gewenste 0°, 45° of 90° vergrendelstand en zet dan
de blokkeerhendel (6) vrij om de handgreep op de plaats te
vergrendelen.
D: VERGRENDELEN
E: ONTGRENDELEN
Stoppen (Afb. 8)
Verminder
de
snelheid
ontstekingsschakelaar in de positie stop (F).
OPMERKING
Stopt de motor niet, dan kunt u hem tot stilstand dwingen door
de chokehendel naar de startstand te draaien.
Voordat u de motor herstart, vraagt u de leverancier om
reparatie.
ONDERHOUD
ONDERHOUD,
VERVANGING
ONDERDELEN EN SYSTEMEN DIE MET UITSTOOT VAN
UITLAATGASSEN EN GELUIDSOVERLAST TE MAKEN HEBBEN
MOGEN WORDEN UITGEVOERD DOOR DESBETREFFENDE
VAKBEDRIJVEN EN VAKLUI.
Carburateurafstelling (Afb. 9)
WAARSCHUWING
○ De messen kunnen mogelijk draaien terwijl de carburateur
afgesteld wordt.
○ Start de motor nooit met de kap van de koppeling verwijderd.
De koppeling kan loskomen en persoonlijk letsel veroorzaken.
In de carburateur wordt de brandstof met lucht vermengd. De
carburateur wordt afgesteld als de motor wordt getest in de fabriek.
Er kunnen aanpassingen nodig zijn, afhankelijk van klimaat en
hoogte. De carburateur heeft één afstelmogelijkheid:
T = afstellingsschroef stationair toerental.
Afstelling stationair toerental (T)
Controleer of het luchtfi lter schoon is. Als het stationair toerental
juist is, draait de ketting niet. Als afstellen nodig blijkt, draai (met
de klok mee) aan de T-schroef terwijl de motor loopt tot de ketting
begint te draaien. Draai de schroef terug (tegen de klok) tot de
ketting stopt. U heeft het juiste stationair toerental ingesteld als de
motor in elke positie rond loopt op een toerental dat ver onder het
toerental ligt waarbij de ketting begint te draaien.
Als het snijgereedschap nog draait, nadat u de onbelaste snelheid
ingesteld heeft, neem dan contact op met uw Tanaka dealer.
34
van
de
motor
en
zet
EN
REPARATIE
VAN
Luchtfi lter (Afb. 10)
Verwijder stof en vuil uit het luchtfi lter om te vermijden dat:
○ de carburateur storingen vertoont.
○ de motor slecht start.
○ de motor minder kracht heeft.
○ de motoronderdelen onnodig verslijten.
○ de machine meer benzine verbruikt.
Als u in een zeer stoffi ge omgeving werkt dient u dagelijks het
luchtfi lter te reinigen.
Luchtfi lter reinigen
Verwijder de deksel en het fi lter. Maak ze schoon met warm
zeepwater. Controleer of het luchtfi lter droog is voor hermontage.
Een luchtfi lter dat enige tijd in gebruik is geweest, kan niet meer
worden gereinigd. Het moet daarom regelmatig worden vervangen.
Beschadigde fi lters moeten altijd worden vervangen.
OPMERKING
Smeer het element overvloedig in met 2-taktolie of iets
dergelijks. Druk op het element om de olie volledig te verdelen
en om overbodige olie te verwijderen.
Bougie (Afb. 11)
De toestand van de bougie wordt negatief beïnvloed door:
○ een verkeerde afstelling van de carburateur.
○ een verkeerde mengsmering (teveel olie in de benzine).
○ een vervuild luchtfi lter.
○ zware werkomstandigheden (bijv. koude).
Deze factoren veroorzaken afzettingen op de elektroden van de
bougies, wat tot storingen en startproblemen leidt. Als het de
motor aan kracht ontbreekt, hij startproblemen vertoont of niet
rond stationair loopt, controleer dan eerst de bougie. Is de bougie
vuil, maak hem dan schoon en controleer de afstand tussen de
elektrodes. Corrigeer indien nodig. De juiste afstand is 0,6 mm.
Na ongeveer 100 bedrijfsuren, of ook al eerder als de elektroden
de
weggevreten zijn, dient de bougie te worden vervangen.
OPMERKING
In
sommige
gebieden
voorgeschreven
ontstekingssignalen. Als deze machine standaard met een
ontstoorde bougie was uitgerust dient u deze door hetzelfde
type te vervangen.
Smeren van het knipmes (Afb. 12)
Tijdens het knippen zal het sap dat aan de mesrand kleeft de
belasting verhogen.
DE
Gebruik machineolie (of fi etsenolie of iets dergelijks) om het
knipmes te smeren en veeg het mes daarna met een doek af.
Om roesten van het knipmes te voorkomen, moet het knipmes na
gebruik worden gesmeerd en ook wanneer u het langere tijd niet
denkt te gebruiken en in de knipmesopslag opbergt.
Drijfwerkkast (Afb. 13)
Breng op lithium gebaseerd vet van goede kwaliteit via de
vetinbrengopening aan, totdat een kleine hoeveelheid vet tussen de
messen en de drijfwerkkast te voorschijn komt. Smeer in met vet op
de vetnippel (aangeduid met een pijl) naast de aandrijfkast met een
in de handel verkrijgbaar cassettevetpistool.
OPMERKING
De machine moet na iedere 20 uur met 3 g vet worden
gesmeerd en bij veelvuldig gebruik nog vaker.
Brandstoffi lter (Afb. 14)
Verwijder het brandstoffi lter van de tank en was het uit in benzine.
Daarna het fi lter weer volledig in de tank drukken.
OPMERKING
Als het fi lter door stof of vuil hard geworden is, dient u het te
vervangen.
wordt
een
'resistor'
om
de
machine
te
ontstoren
bougie
tegen