Anleitung_BG_PC_1235_SPK2__ 17.11.15 14:39 Seite 46
NL
Aanwijzing: Om de motor in geval van nood te
stoppen, activeert u de kettingrem en brengt u de
AAN/UIT-schakelaar naar de stand "Stop (0)".
6.4 Algemene instructies voor het snijden
Let op! Het vellen van een boom zonder
opleiding is niet toegestaan!
Vellen
Vellen betekent het afzagen van een boom. Kleine
bomen met een diameter van 15 tot 18 cm zaagt men
normaal met één snede af. Bij grotere bomen moeten
kerfsneden worden aangezet.
Kerfsneden bepalen de richting waarin de boom gaat
vallen.
Let op! Voordat u begint te snijden dient u een
pad (A) te plannen en vrij te legen om zich terug te
kunnen trekken. De terugtrekpad moet naar achteren
en diagonaal t.o.v. de achterzijde van de te
verwachten valrichting verlopen, zoals voorgesteld in
fig. 11.
Let op! Bij het vellen van een boom op een
helling moet de bedieningspersoon van de
kettingzaag op de opstijgende kant van de helling
gaan staan omdat de boom na het vellen
hoogstwaarschijnlijk de helling eraf gaat rollen of
glijden.
Aanwijzing: De valrichting (B) wordt door de
kerfsnede bepaald. Voordat u begint te snijden dient u
rekening te houden met de plaats van grotere takken
en met de natuurlijke schuinte van de boom om het
neerkomen van de boom te schatten (fig. 11).
Let op! Vel geen boom als er een harde wind of
wind uit wisselende richtingen waait of als het gevaar
voor schade aan eigendom bestaat. Raadpleeg een
specialist voor het vellen van bomen. Vel geen boom
als die op leidingen terecht zou kunnen komen en
verwittig de overheid die voor deze leiding bevoegd is
voordat u de boom velt.
Algemene richtlijnen voor het vellen van bomen
(fig. 12)
Normaal worden bij het vellen 2 hoofdsneden
toegepast: inkepen (C) en velsnede (D).
Begin met de bovenste kerfsnede (C) aan de
overkant van de valzijde van de boom (E). Let er op
bij de onderste snede niet de diep de boomstam in te
snijden.
De inkeping (C) mag niet te diep zijn zodat een
verankeringspunt (F) van voldoende breedte en dikte
gewaarborgd is. De inkeping moet breed genoeg zijn
om het neerkomen van de boom zo lang mogelijk te
46
controleren.
Let op! Ga nooit voor een boom gaan staan die
ingekeept is. Breng de velsnede (D) aan de andere
kant van de boom aan, ca. 3-5 cm boven de
onderkant van de inkeping (C).
Zaag de boomstam nooit helemaal door. Er moet
altijd een verankeringspunt blijven staan. Het
verankeringspunt houdt de boom op zijn plaats. Als
de boom helemaal wordt doorgezaagd kunt u de
valrichting niet meer controleren.
Steek een wig of een velhefboom de snede in nog
voordat de boom onstabiel wordt en begint te
bewegen. Op die manier kan de geleiderail niet in de
velsnede worden vastgeklemd als u de valrichting
verkeerd heeft geschat. Verbiedt toeschouwers de
toegang tot het gebied waar de boom gaat
neerkomen voordat u hem omverduwt.
Let op! Voordat u de definitieve snede uitvoert,
dient u er zich van te vergewissen dat geen
toeschouwers, dieren of hindernissen op de plaats
aanwezig zijn waar de boom neerkomt.
Velsnede
1. Voorkom het vastklemmen van de geleiderail of
de ketting (B) in de snede d.m.v. houten of
plastiek wiggen (A). Wiggen controleren
eveneens het vellen (fig. 13).
2. Is de diameter van het te snijden hout groter dan
de lengte van de geleiderail, maakt u twee
sneden zoals getoond in de figuur (fig. 14).
Let op! Als de velsnede het verankeringspunt
nadert, begint de boom te vallen. Zodra de boom
begint neer te komen trekt u de zaag de snede uit,
stopt u de motor, legt u de kettingzaag neer en verlaat
u de plaats via het terugtrekpad (fig. 11).
Verwijderen van takken
Takken worden van de gevelde boom verwijderd.
Verwijder de steuntakken (A) pas als de stam op
lengte is gesneden (fig. 15). Takken waarop spanning
staat dienen van beneden naar boven te worden
gesneden zodat de kettingzaag niet kan worden
vastgeklemd.
Let op! Snij nooit takken van de boom terwijl u
op de boomstam staat.
Op lengte snijden
Snij een gevelde boomstam op de juiste lengte. Let
erop dat u veilig staat en ga aan de bovenkant van de
stam gaan staan als u op een helling zaagt. De stam
moet indien mogelijk ondersteund zijn zodat het af te
snijden einde niet op de grond ligt. Als de beide