nl Vriesvak
Inkopen van
diepvriesproducten
Op onbeschadigde verpakking
■
letten.
Houdbaarheidsdatum niet
■
overschrijden.
De temperatuur in de
■
supermarktvriezer moet –18 °C of
kouder zijn.
De diepvriesproducten liefst in een
■
koeltas transporteren en snel in het
vriesvak leggen.
Attentie bij het inruimen
Grote hoeveelheden levensmiddelen
■
invriezen in het bovenste vak.
Daar worden ze bijzonder snel en
behoedzaam ingevroren.
Levensmiddelen uitgespreid in de
■
vakken of diepvrieslades leggen.
In te vriezen levensmiddelen niet in
■
aanraking brengen met ingevroren
levensmiddelen.
Tot in de kern bevroren
levensmiddelen eventueel in de
diepvrieslades omstapelen.
Belangrijk voor een goede
■
luchtcirculatie in het apparaat:
Diepvrieslade tot aan de aanslag
inschuiven.
84
Verse levensmiddelen
invriezen
Uitsluitend verse en onberispelijke
levenmiddelen invriezen.
Levensmiddelen die gekookt, gebraden
of gebakken worden geconsumeerd,
zijn geschikter voor invriezen dan
levensmiddelen die rauw worden
gegeten.
Om voedingswaarde, aroma en kleur zo
goed mogelijk te behouden, dienen de
levensmiddelen voorbereid te worden:
Groente: wassen, kleiner maken,
■
blancheren.
Fruit: wassen, ontpitten en eventueel
■
schillen, eventueel suiker of
ascorbinezuuroplossing toevoegen.
Aanwijzingen daarover vindt u in de
desbetreffende literatuur.
Geschikt voor invriezen
brood en banket;
■
vis en zeevruchten;
■
vlees;
■
wild en gevogelte;
■
groente, fruit en kruiden;
■
eieren zonder schaal;
■
melkproducten, bijv. kaas, boter en
■
kwark;
bereide gerechten en kliekjes, zoals
■
soep, stoofschotels, gaar vlees en
gare vis, aardappelgerechten,
ovenschotels en zoete toetjes.