c. Laat het ventiel bij
kamertemperatuur drogen.
d. Droog het gat in de achterwand
af.
e. Zorg ervoor dat het ventiel
volledig droog is. Duw het ventiel
in het gat.
7. Maak de binnenkant grondig droog
na afloop van het ontdooien. Bewaar
de ijsschraper voor toekomstig
gebruik.
8. Zet het apparaat aan en sluit de
deur.
8. PROBLEEMOPLOSSING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
8.1 Wat te doen als...
Probleem
Het apparaat werkt niet.
Het apparaat is lawaaiig.
Er is een hoorbaar of zicht‐
baar alarm.
9. Zet de thermostaatknop op de
maximale koude en laat het apparaat
minstens drie uur in deze instelling
werken.
Plaats het eten pas na deze tijd terug in
het vriesvak.
7.4 Periode dat het apparaat
niet gebruikt wordt
Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen als het apparaat
gedurende lange tijd niet gebruikt wordt:
1. Koppel het apparaat los van de
stroomtoevoer.
2. Verwijder alle etenswaren.
3. Ontdooi het apparaat.
4. Reinig het apparaat en alle
accessoires.
5. Laat de deur geopend om
onaangename luchtjes te
voorkomen.
Mogelijke oorzaak
Het apparaat werd uitge‐
schakeld.
De stekker zit niet goed in
het stopcontact.
Er staat geen spanning op
het stopcontact.
Het apparaat staat niet sta‐
biel.
De kast werd onlangs inge‐
schakeld.
NEDERLANDS
Oplossing
Schakel het apparaat in.
Steek de stekker goed in het
stopcontact.
Sluit het apparaat aan op
een ander stopcontact.
Neem contact op met een
erkend elektrotechnisch in‐
stallateur.
Controleer of het apparaat
stabiel staat.
Zie 'Alarm Deur geopend' of
'Alarm Hoge temperatuur'.
15