18.3 PLAATSING VAN DE ELEKTRODEN
18.4 VERVANGEN VAN ONDERDELEN
Indien één of meer van de volgende onderdelen vervangen moet worden:
• Water-rook wisselaar
• Ventilator
• Gasklep
• Gassproeier
• Brander
• Vlamdetectie-elektrode
moet de Automatische Kalibratiefunctie die hieronder beschreven wordt geactiveerd worden, daarna moet de waarde van het
CO
% gecontroleerd en eventueel geregeld worden zoals beschreven in het hoofdstuk "AANPASSINGSFUNCTIE VAN DE
2
VERBRANDING (CO
% )"
2
Als er werkzaamheden aan het apparaat uitgevoerd worden wordt geadviseerd om de ongeschonden toestand en de positie
van de vlamdetectie-elektrode te controleren en deze in geval van beschadiging te vervangen.
AUTOMATISCHE KALIBRATIEFUNCTIE
Houd de toetsen
minimaal 6 seconden lang gelijktijdig ingedrukt, druk als het display de aanduiding "On" weergeeft op de
toets
(binnen 3 seconden nadat u op de vorige toetsen gedrukt heeft).
Als het display de aanduiding " 303" weergeeft is de Automatische Kalibratiefunctie niet geactiveerd. Schakel de elektrische
voeding naar de ketel een paar seconden uit en herhaal de hierboven beschreven procedure.
Als deze functie actief is worden de symbolen
Na de ontstekingsvolgorde, die ook na een paar pogingen kan plaatsvinden, voert de ketel drie handelingen uit (die elk ongeveer
1 minuut duren) en gaat eerst op het maximale vermogen staan, daarna op het ontstekingsvermogen en tot slot op het minimale
vermogen. Alvorens naar de volgende fase over te gaan (van het maximale vermogen naar het ontstekingsvermogen en vervolgens
naar het minimale vermogen) geeft het display een paar seconden de symbolen
afwisselend het vermogensniveau dat door de ketel bereikt is en de aanvoertemperatuur.
Als de symbolen
Druk om de functie te verlaten op de toets
19. DEMONTAGE, VERWIJDERING EN RECYCLING
Alleen gekwalificeerde vakmensen mogen ingrepen aan het toestel en de installatie uitvoeren.
Alvorens het toestel te demonteren moet gecontroleerd worden of de netvoeding afgekoppeld is, de gasinlaatkraan dichtgedraaid
is en of alle aansluitingen van de ketel en de installatie in een veilige toestand zijn gebracht.
Het toestel moet op de juiste manier verwijderd worden in overeenstemming met de geldende normen, wettelijke voorschriften en
verordeningen. Het toestel en de toebehoren mogen niet samen met het huisvuil worden verwijderd.
De materialen van het toestel kunnen voor meer dan 90% gerecycled worden.
7700014.01 (1-01/18)
knipperend op het display weergegeven.
gelijktijdig op het display knipperen, dan betekent dat dat de kalibratiefunctie beëindigd is.
, op het display wordt de aanduiding ESC weergegeven.
CG_2190
weer. Tijdens deze fase toont het display
38